Een inventarisernd onderzoek dmv boringen en proefsleuven op een akkerterrein van 11 ha in het dorp Lepelstraat (Polderweg). Het terrein ligt op de helling van de Brabantse Wal, tussen hoge en zeer natte zanden in het oosten en zuiden en laaggelegen droge zandgronden (sic) aan de voet van de wal in het westen. Dit onderzoek leverde een tweetal vondstconcentraties uit de 12de-vroege 13de eeuw op, beide in het westelijke gedeelte. Enkele losse vondsten dateerden uit de Vroege Middeleeuwen. In de proefsleuven op de vondstconcentraties werden sporen van een nederzetting aangetroffen, waarvan de vorm echter onduidelijk bleef. Besloten werd deze delen niet op te graven maar door aanpassingen van het plan (zorgcomplex met park) in situ te bewaren. Later werd het onderzoek voortgezet in de vorm van een archeologische begeleiding bij de aanleg van het park, buiten de twee genoemde vondstconcentraties. De resultaten daarvan worden in een apart rapport vastgelegd.