Javanen in Diaspora, interview met Sawal Karman

Naam Sawal Karman Achternaam Karman Geboorteplaats Rust en Lust (Skerpie) Geboortedatum 1939 Woonplaatsen: Suriname 1939 - 1974; Nederland 1974 -

'Ludruk' (Javaanse volkstoneel) heb ik in Suriname geleerd door mij aan te sluiten bij de groep Langen Asmara van Pak Djoeman en Bandie. Ik nam ook deel aan de groep Krido Swara van Pak Kamirin. Ik was de jongste en speelde verschillende mannenrollen. Ook speelde ik de rol van Patih, dat is in de 'wajang' de 'Jaga Negara': de waker van het rijk. Ik danste veel, elke week was ik bezig van vrijdagavond tot zondagnacht. Ik leerde 'nembang' (zingen) op gevoel. De tekst moest ik uit het hoofd kennen, want vroeger had je geen script. De groep stopte toen enkele vrienden van de groep waren overleden. Daarna heb ik me toegelegd op dansen.

Op mijn dertiende jaar kwam ik in mijn woonplaats in contact met een dans- en toneelgroep. Ik sloot me aan. Dhalang Sardono was mijn leraar. Ik leerde van hem verschillende danssoorten: 'jogetan bangu tontong', 'jogetan perang' en 'jogetan ande-ande lumut'. Mijn interesse voor de dansstijlen was groot. De 'srimpi' heb ik niet geleerd, maar ik keek er vaak naar. De mooie technieken uit de dans heb ik onthouden en nagedaan, uiteraard aangevuld met mijn eigen variatie.

Een van de hoogtepunten was een optreden op de Surinaamse televisie, bij STVS. Een andere mooie herinnering was een dansfestival in het Jaarbeurspaviljoen in Paramaribo, waar verschillende dansgroepen uit de districten aan deelnamen. De danstrainingen hield ik vol tot mijn 27ste. Ik moest daarnaast gewoon werken, want in Suriname eet je niet als je niet werkt. Als danser verdiende ik toen voor een optreden op een avond  f 1,25 en soms maar vijfentachtig cent.

In 1974 ben ik naar Nederland vertrokken. Eenmaal in Nederland verloor ik in eerste instantie mijn interesse in de Javaanse cultuur. Ik had het te druk met werk, aanpassen en integreren. Twee weken na aankomst ging ik werken bij de gebroeders Prins in Delft als bouwmaterialenzager. Na een tijdje kwam ik te werken bij firma Geba als metaalbewerker. Het bedrijf maakte verkeersborden. Na twee jaar heb ik mijn loopbaan voortgezet als metaalbewerker bij de firma Holland Arielef. Dat is een markeringsbedrijf in Den Haag. Dat heb ik gedaan tot aan mijn pensioen.

Ik ben wel tevreden dat ik de stap heb genomen om naar Nederland te vertrekken. Mijn kinderen zijn allemaal maatschappelijk goed terecht gekomen. Ondanks de kou en het harde werken in de metaalsector ben ik gelukkig hier. Ik had geen problemen met aanpassing en het integreren in deze maatschappij. Ik geniet nu van mijn welverdiende pensioen en dat zou ik als taxichauffeur in Suriname, niet hebben gehad.


In Suriname luisterde ik alleen maar naar 'gamelan', in Nederland heb ik geprobeerd het te spelen. Het is me gelukt de 'kendang' (trom) en de 'saron' te spelen, zonder ooit lessen te hebben gehad.

In Nederland is het niet makkelijk om 'ludruk' (Javaanse toneelkunst) te doen, zoals ik dat in Suriname heb gedaan. Er zijn geen mensen en de accommodatie is er ook niet. Pas in 1996 kreeg ik contact met mensen als Salimin, Moestarie, Humprey en Moesijem. Samen met hen begon ik een eigen 'ludruk'-groep: Langen Katrisnan.

Een nieuwe 'srimpi'-dansgroep, genaamd Trisno Budoyo, werd gevormd door Musijem. Mijn vrouw en ik kochten in Indonesië spullen die 'srimpi'-dansers nodig hebben. Toen Moesijem stopte met lesgeven, heb ik haar werk overgenomen.

Ik ben in 1997 naar Suriname gegaan om een CD te maken met 'kipra', 'sampak srimpi' en 'gambiong' muziek met de groep Bangun Wiromo uit Blauwgrond. Deze nummers gebruik ik nog steeds als ik met de meisjes repeteer. Ik ben een strenge leermeester. Het moet perfect zijn, zowel de bewegingen als de choreografie. Als het fout gaat, moet het helemaal opnieuw. Maar ik ben ook heel trots als het goed gaat en dan geef ik complimenten. Als je wilt dansen, moet je een goede basis hebben. Je moet ook goed naar de muziek kunnen luisteren. 'Gamelan', gong en 'kendang' moeten goed op elkaar afgestemd zijn en dienen als leidraad om een dans goed op te voeren.

Ik ben zo blij dat ik de dansen kan overdragen aan de jongeren en dat zij het misschien kunnen overbrengen aan de volgende generatie. Ik hou van de Javaanse cultuur. Ik ben erg blij als er mensen zijn die onze cultuur uitdragen en overbrengen. In mijn leven en in dat van mijn gezin neemt de Javaanse cultuur een grote plaats in. Waar je ook naartoe gaat en waar je ook bent, vergeet je cultuur niet.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-x9k-cp4h
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-3q7-e3p
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:42586
Provenance
Creator Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV); Stichting Comité Herdenking Javaanse Immigratie (STICHJI)
Publisher Data Archiving and Networked Services (DANS)
Contributor Interviewer: Ronald Sanrodji; Bewerkt door: Ronald Sanrodji en Hariëtte Mingoen; Projectcoördinatie: Rosemarijn Hoefte (KITLV) en Hariëtte Mingoen (STICHJI)
Publication Year 2011
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; DANS License; https://dans.knaw.nl/en/about/organisation-and-policy/legal-information/DANSLicence.pdf
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Dataset
Format PDF
Discipline Agriculture, Forestry, Horticulture, Aquaculture; Agriculture, Forestry, Horticulture, Aquaculture and Veterinary Medicine; History; Humanities; Life Sciences; Social Sciences; Social and Behavioural Sciences; Soil Sciences
Spatial Coverage Suriname; Nederland; Rust en Lust; Skerpie; Paramaribo; Den Haag; Blauwgrond; Delft