Op 15 mei 2007 verleende de gemeente Tilburg aan BILAN opdracht voor een definitieve opgraving in het plangebied Charlotte Oord in de gemeente Tilburg (provincie Noord-Brabant). De aanleiding voor het onderzoek waren de plannen voor nieuwbouw op de locatie. Op basis van de resultaten van het vooronderzoek, uitgevoerd in 2007, is een opgraving aanbevolen. Er is 56 m2 opgegraven.

Hoewel de verwachting op basis van het vondstmateriaal (83 fragmenten aardewerk en 35 lithische artefacten) uit de proefvak van 1 m2 uit fase 2 van het vooronderzoek hoog was, heeft de opgraving slechts een beperkt aantal vondsten en geen grondsporen opgeleverd. Het vondstmateriaal is de bodemhorizonten van een haarpodzol aangetroffen.

Het lithisch materiaal bestaat uit 74 artefacten in vuursteen en 1 in Wommersom-kwartsiet. Naast debitageafval werden vijf eindschrabbers op afslag en een bladspits aangetroffen.

Het handgevormd aardewerk bestaat uit 97 fragmenten waarvan de meeste kleiner dan 1 cm2 zijn. Naast wandscherven werd slechts één fragmentje met een afgeronde rand aangetroffen. Bij de magering van de scherven kunnen drie groepen onderscheiden worden: scherven met een magering van kwarts, scherven met een magering van potgruis en organisch materiaal of scherven met een magering van verbrand bot waarin soms ook kwarts aanwezig is. Deze groepen zijn ook te onderscheiden bij de versiering. Scherven met een magering van enkel kwarts zijn onversierd. Een aantal scherven met een magering van potgruis en organisch materiaal zijn dekkend versierd met nagelindrukken. Twee scherven die aan elkaar passen met een magering van verbrand bot hebben een versiering van touwindrukken. Ook in de ruimtelijke verspreiding zijn deze groepen globaal te onderscheiden.

Het meeste lithisch materiaal en het aardewerk zijn in de vroege bronstijd te dateren. De bladspits is intrusief aan deze vondsten en ouder.