Woensdag 19 oktober tot en met maandag 24 oktober heeft BAAC bv gedurende vier dagen een archeologische opgraving met beperkingen uitgevoerd in een deelgebied van vindplaats 14 in plangebied Mortiere, gemeente Middelburg. De beperkende condities hielden in dat slechts een selectie van de grondsporen nader bekeken (gecoupeerd) kon worden. Er zijn geen profi elen aangelegd. De werkzaamheden zijn in opdracht van de gemeente Middelburg uitgevoerd door een team van twee personen. De opgravingsput is ingemeten door de landmeetkundige dienst van de opdrachtgever.

Het onderzoek van vindplaats 14 heeft aangetoond dat de archeologische waarde ervan hoog scoort volgens de in de KNA genoemde waarderingscriteria. Met name de fysieke kwaliteit van de sporen scoort erg hoog. De belevingswaarde is daarentegen niet hoog en was daarom geen criterium om de vindplaats te behouden. De archeologische sporen hebben een hoge informatiewaarde, aangezien ze aanvullend op de karige historische bronnen informatie verschaffen over de bewoningsgeschiedenis van de Tappershof. De vindplaats is representatief voor een archeologische/historische periode, aangezien het om resten gaat uit een tijd dat in Zuidwest-Nederland belangrijke ontwikkelingen plaatsvonden op sociaal-economisch en cultureel gebied. De opkomst van een nieuw boerderijtype heeft mogelijk zijn weerslag gevonden in de bewoningsgeschiedenis en bouwontwikkelingen op de vindplaats en zijn directe omgeving. De ensemblewaarde (contextwaarde) scoort middelmatig, omdat er weinig van de oorspronkelijke omgeving zichtbaar is. De oorspronkelijke Maarezeesche Watergang, een natuurlijke waterloop waaraan de Tappershof gelegen was, is in de twintigste eeuw reeds gedempt. Maar omdat er zich in de directe omgeving synchrone en diachrone vindplaatsen kunnen bevinden, is eventueel een intersite analyse en/of onderzoek naar de agrarische ontwikkelingen in de microregio mogelijk. Hierdoor scoort de ensemblewaarde niet laag. Zeldzaamheid scoort daarentegen wel laag, aangezien de Tappershof tot een boerderijtype lijkt te behoren, dat veel voorkomt in Zuidwest-Nederland. De aandachtspunten voor toekomstig onderzoek naar vergelijkbare vindplaatsen in de omgeving liggen bij het vaststellen wat de archeologische en behoudenswaarde van de vindplaats is. Zeker als men de fysieke kwaliteit van vindplaats 14 bekijkt, is dit een waarderingscriterium waarmee ook bij andere vindplaatsen rekening gehouden moet worden. Vindplaatsen in de omgeving kunnen bovendien een vergelijkbare informatiewaarde hebben als vindplaats 14 en vormen wellicht een goede aanvulling op bekende historische bronnen. Op basis van een waarderingstabel voor vindplaatsen en het economisch en maatschappelijk belang van toekomstige bouwplannen, zal het bevoegd gezag een afweging moeten maken tussen: 1. opgeven en ontgraven van archeologische vindplaatsen (eventueel onder archeologische begeleiding); 2. archeologisch onderzoek; en 3. het behoud van de vindplaats door het in te passen in de toekomstige bouwplannen. De derde optie, waarbij een behoudenswaardige vindplaats gespaard blijft, verdient de voorkeur. In de praktijk kan het echter voorkomen dat hier geen voor ruimte is. Het is in dat geval aan te bevelen de vindplaats zo volledig mogelijk te onderzoeken.