Tijdens de archeologische opgraving aan de Ruurloseweg in Vorden zijn resten aangetroffen van een nederzetting uit de Late Bronstijd ? Vroege IJzertijd. Het gaat om een nederzetting met minstens twee plattegronden van boerderijen, twee schuurtjes, drie gebouwtjes voor de opslag van graan en een groot aantal kuilen die gebruikt zijn voor de opslag van graan en eikels en die dateerbaar zijn in de overgang van de Late Bronstijd naar de Vroege IJzertijd. Het merendeel van het aangetroffen aardewerk is te dateren in de Late Bronstijd overgang Vroege IJzertijd en in de Vroege IJzertijd (900-400 v. Chr.). De scherven komen voor in diverse afvalkuilen maar ook in paalkuilen uit de verschillende herkende structuren. Helaas bleek dat de scherfjes niet heel nauwkeurig te dateren zijn.

Naast de sporen uit de prehistorie zijn er een karrenspoor en spitsporen uit de Nieuwe tijd aangetroffen. De vroegste datering van het karrenspoor zou in de 14e/15e eeuw kunnen liggen: bij het doorspitten van het spoor werd een fragment van een Langerwehe steengoedkan uit deze periode aangetroffen. Het is echter meer waarschijnlijk dat het karrenspoor pas later is ontstaan. Het karrenspoor ligt voor een deel in het esdek en dat is waarschijnlijk pas in de 16e eeuw of later ontstaan. Ook werd een fragment Westerwald steengoed uit de 17e/18e eeuw aangetroffen en twee pijpenstelen die in de 18e/19e eeuw gedateerd worden. Het karrenspoor is nog zeker tot het midden van de 19e eeuw in gebruik geweest, zoals een kadasterkaart laat zien. De spitsporen dateren uit de Nieuwe tijd, uit de periode dat het esdek werd opgeworpen en er grondverbetering plaats moest vinden.