Aan de oevers van de Jeker; Plangebied Bieslanderweg, gemeente Maastricht; archeologisch onderzoek: een opgraving.

Inleiding Het rioolstelsel op de Jeker bestaat nog voor een groot deel uit een gemengd systeem. Om de vuilemissie van dit gemengde rioolstelsel op de Jeker te beperken, is ondermeer op de hoek van de Bieslanderweg en de Jekermolenweg de aanleg van een bergbezinkbassin (ca. 3.000 m3 ) gepland (Figuur 1). De bodemingrepen die gepaard gaan met dit ondergronds bassin, kunnen bedreigend zijn voor eventuele archeologische resten.

Om inzicht te krijgen in de archeologische resten die in het plangebied verwacht worden, is in december 2015 een bureauonderzoek en verkennend booronderzoek uitgevoerd (Ruyters, 2016). De resultaten van het onderzoek toonden aan dat in het plangebied onder een dik pakket colluvium goed bewaarde archeologische resten aanwezig kunnen zijn. Omdat het plangebied ontgraven wordt tot een diepte van 5 m –Mv (ruim onder het colluvium), werd aanbevolen een nader archeologisch onderzoek uit te laten voeren in de vorm van een archeologische begeleiding (protocol opgraven).

Gezien het dikke colluviumpakket dat eventuele archeologische resten afdekte, is door de aannemer eerst de bovengrond (colluvium) tot een diepte van exact 51,10 m +NAP verwijderd. Vervolgens vond tussen 08-11-2016 en 01-12-2016 het archeologisch vervolgonderzoek plaats in twee fasen: Proefsleuven (november 2016) en - in overleg met bevoegd gezag - aansluitend een opgraving. De resultaten van zowel de eerste als tweede fase zullen tesamen besproken worden als de resultaten van de opgraving.

Conclusies en aanbevelingen

Ondanks de beperkte oppervlakte van het onderzoek heeft het onderzoeksgebied belangwekkende sporen uit de Midden-IJzertijd en begin Late IJzertijd opgeleverd. De landschappelijke context en het talrijke goed geconserveerde vondstmateriaal geven goede inzichten in activiteiten en de materiële cultuur die op 'reguliere' opgravingen zelden bewaard zijn gebleven. De inbedding van de vindplaatsen in relatief jonge afzettingen die dateren tussen de Late Bronstijd en de Vroege Middeleeuwen geeft een sterke indicatie dat vuurstenen artefacten goeddeels of zelfs uitsluitend uit de (Midden) IJzertijd (her)gebruikt werden. Het talrijke goed geconserveerde botmateriaal geeft inzicht in de veepopulatie van deze landelijke nederzetting en toont tevens aan dat aan hoornbewerking werd gedaan.

De vroegmiddeleeuwse sporen en vondsten die in het plangebied zijn aangetroffen geven iets meer inzicht in het landelijke gebied rondom Maastricht. De relatie met het economische centrum Maastricht zijn deels herkenbaar in de objecten die hier werden aangetroffen. Naast de aanschaf van nieuwe objecten maakte de bevolking ook gebruik van oudere Romeinse materialen. Deze werden waarschijnlijk in de directe nabijheid verzameld en wijzen mogelijk op de aanwezigheid van een nog niet bekend Romeins villacomplex in de directe omgeving.

Op basis van de huidige resultaten is duidelijk dat de verwachting voor het plangebied en de onmiddellijke omgeving (noorden, oosten en westen) bijgesteld kan worden naar een hoge verwachting voor nederzettingsactiviteiten. In overeenstemming met de resultaten van het vooronderzoek dateren de resten in de begraven A-horizont in de periode Late Prehistorie t/m Middeleeuwen en hebben ze een zeer goed conservering.

In hoeverre de grote hoeveelheden vondstmateriaal in de begraven A-horizont overeenkomen met een veronderstelde, klassieke afvaldump is onbekend. Gezien de aanwezigheid van structuren lijken ze eerder samen te hangen met normaal nederzettingsafval. Ook de aanwezigheid van smukobjecten wijst hier enigszins op. Dit betekent dat in de IJzertijd – ondanks de aanwezigheid van 'afvalkuilen' – een groot deel van het loopvlak in het onderzoeksgebied 'bezaaid' lag met afval. Of dit site- en/of activiteiten-specifiek is of dat dit beeld algemeen representatief is voor nederzettingen in de IJzertijd is vooralsnog moeilijk te bepalen. Door erosie en moderne landbouwwerkzaamheden is het oude loopvlak van de meeste opgegraven nederzettingen op de droge delen geërodeerd en ook het vondstmateriaal sterk onderhevig aan moderne antropogene en klimatologische omstandigheden.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-xfr-t3kz
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-xf-60v5
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:178597
Provenance
Creator Keijers, D.M.G.
Publisher RAAP Archeologisch Adviesbureau bv
Contributor Janssens, M.P.J.; Dijk, X.C.C. van; Hanssen, J.J.; Hofman, G.; Westra, F.P.; Alink, C.; Bosma, K.L.B.; RAAP Archeologisch Adviesbureau bv
Publication Year 2020
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; License: http://creativecommons.org/licenses/by/4.0; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Dataset
Format application/rtf; image/jpeg; application/pdf; xls, shp,
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (5.673 LON, 50.836 LAT)