Liessel, Willige Laagt, Biezendreef Liessel, Willige Laagt- Biezendreef

Op 28 en 29 mei 2018 heeft BAAC een proefsleuvenonderzoek en een doorstart naar een opgraving uitgevoerd in het plangebied Willige Laagt – Biezendreef. Ter plaatse van het plangebied wil de gemeente Deurne een wadi aanleggen en een klein deel van het plangebied uitgeven als bedrijfsterrein dat aansluit bij het bedrijventerrein Willige Laagt. De geplande werkzaamheden gaan gepaard met bodemingrepen die een bedreiging vormen voor het bodemarchief. Uit verschillende onderzoeken die in de directe omgeving van het plangebied zijn uitgevoerd, is gebleken dat het plangebied een hoge archeologische verwachting heeft, met name op resten uit de ijzertijd.

Het plangebied ligt in het zuidelijke zandgebied, op de overgang van de Peelhorst in het oosten naar de Roerdalslenk in het westen. De Peelhorst is een gebied dat door tektonische activiteit een relatief hoge ligging heeft gekregen, terwijl de Roerdalslenk, ook wel Centrale Slenk genoemd, een tektonisch dalingsgebied is. Beide gebieden worden gescheiden door een zuidoostnoordwest georiënteerd breukensysteem, de Peelrandbreuk, die zich op circa 40 m ten oosten van het plangebied zou bevinden. Om een goed inzicht te krijgen in de aard, omvang en behoudenswaardigheid van de mogelijke aanwezige archeologische resten is een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd. In het westelijke deel van het terrein is bij het aantreffen van archeologische resten besloten dat deze enkel ex situ bewaard konden blijven door middel van een doorstart naar een opgraving.

Uit het onderzoek is gebleken dat het plangebied zich bevindt op de overgang van de Peelhorst in het oosten naar de Roerdalslenk in het westen. De noordzuid georiënteerde Peelrandbreuk is waargenomen door verschillen in de bodemopbouw en het hoogteverloop. De Peelhorst die ten oosten van deze Peelrandbreuk is gelegen, is erg nat en hier is waarschijnlijk in een ver verleden veen gevormd. Op de kadastrale kaart van 1832 bevindt dit deel van het plangebied zich namelijk in een nat weidegebied, De Biezen.

Tijdens het proefsleuvenonderzoek zijn in dit deel van het plangebied sporen van diepploegen en een aantal venige lagen aangetroffen die zijn geïnterpreteerd als depressie. De venige lagen lijken te zijn vergraven, wat zou kunnen duiden op veenwinning. De greppel die tijdens het proefsleuvenonderzoek is aangetroffen, betreft een oudere perceelsgrens die zichtbaar is op de kadastrale kaart van 1832.

Tegen de Peelrandbreuk is een dekzandrug opgestoven. Het hoger gelegen deel van deze dekzandrug is door ontginning en/of grondverbetering vanaf in ieder geval de 15e eeuw afgetopt en verstoord geraakt. Eventuele vindplaatsen zijn hierbij waarschijnlijk vergraven. Het westelijke deel van het terrein, de lager gelegen flank van de dekzandrug, is echter door een dik cultuurdek niet verstoord geraakt. Op de flank van deze dekzandrug is tijdens de opgraving een restant van een nederzetting uit de vroege ijzertijd aangetroffen. In het centrale deel van het opgravingsterrein is een kort, gedrongen en zeer waarschijnlijk 3-beukig gebouw aangetroffen waarvan enkel nog twee parallelle rijen paalkuilen bewaard zijn gebleven. De structuur wordt op basis van zijn voorkomen geplaatst onder het type Breda-Beek, dat gedateerd wordt in de vroege ijzertijd of mogelijk nog in de late bronstijd. De twee 14C-dateringen die op twee paalkuilen van de structuur zijn uitgevoerd, staven deze datering. Houtskool uit één paalkuil dateert uit de late bronstijd en de andere dateert uit de vroege ijzertijd. De datering is daarmee niet eenduidig.

Gezien de resultaten van een archeologisch onderzoek in 2010 ten zuiden van het plangebied ligt de latere datering, de vroege ijzertijd, meer voor de hand. Dit maakt het gelijktijdig voorkomen van de structuren aannemelijk. Een andere reden die het ook aannemelijk maakt dat de aangetroffen structuur gelijktijdig is met de nederzetting in het zuiden is de haakse oriëntatie van de structuur ten opzichte van de boerderij met de bijgebouwen. Duidelijk is dat de vindplaats uit de vroege ijzertijd in ieder geval nog verder buiten het onderzochte plangebied doorloopt. Naar verwachting kunnen deze resten aangetroffen worden vanaf een diepte van 50 cm -mv.

Vanaf de vroege ijzertijd tot in de late middeleeuwen – nieuwe tijd is het plangebied niet langer in gebruik geweest voor bewoning. In de late middeleeuwen – nieuwe tijd is het plangebied in cultuur gebracht, getuige de noord-zuid georiënteerde greppels die op het opgravingsterrein zijn aangetroffen. De greppels komen niet overeen met perceelsgrenzen die staan afgebeeld op historische kaarten en op basis daarvan wordt geconcludeerd dat ze onderdeel zijn van een oudere verkavelingsfase waar geen kaartmateriaal van beschikbaar is.

Verspreid over het plangebied zijn verder, maar met name in het centrale deel van het terrein, verschillende verstoringen waargenomen. Deze verstoringen bestaan uit sporen van diepploegen en grondverbeteringssporen. Verschillende subrecente verstoringen kunnen op basis van historisch kaartmateriaal gerelateerd kunnen worden aan een noord-zuid georiënteerde weg die vanaf het begin van de 20e eeuw tot het eind van de jaren zeventig het plangebied heeft doorkruist.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-2bk-whta
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-hy-t756
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:160159
Provenance
Creator Kooi, A
Publisher BAAC
Contributor Noord-Brabant; BAAC BV
Publication Year 2020
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; License: http://creativecommons.org/licenses/by/4.0; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Dataset
Format jpg/jpeg file; pdf portable document format; geography markup language
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (5.823 LON, 51.420 LAT); Noord-Brabant; Deurne; Liessel; Willige Laagt, Biezendreef; 52C (kaartblad)