(Antea Group projectnummer 434786)
Antea Group heeft in september/oktober 2018 een archeologische begeleiding uitgevoerd in de Verlengde Oosterstraat, de Radsesingel, de Heresingel en het Herenplein in Groningen. De directe aanleiding voor het onderzoek is de vervanging van lagedruk gasleidingen onder het trottoir van deze straten. De hiermee gepaard gaande graafwerkzaamheden zouden de aanwezige archeologische resten kunnen verstoren. Daarom zijn deze werkzaamheden archeologisch begeleid. Het onderzoek vond plaats in het kader van een omgevingsvergunning.
In het kader van de archeologische monumentenzorg heeft er geen vooronderzoek plaatsgevonden voor het plangebied, enkel een quickscan. De archeologische waarde van het plangebied is immers bekend. Het tracé ligt binnen het AMK terrein van de binnenstad te Groningen, waaraan een hoge archeologische waarde is toegekend (AMK terrein 8789).
De belangrijkste archeologische verwachting op deze locatie hield verband met de zuidelijke vestingwerken van de stad uit de late middeleeuwen en de nieuwe tijd, specifiek de gracht en de stadswal. Andere te verwachten sporen waren fundamenten en kelders van bebouwing uit eveneens de late middeleeuwen en nieuwe tijd. Eventueel konden tevens sporen en vondstmateriaal uit de steentijd, ijzertijd, Romeinse tijd en vroege middeleeuwen worden aangetroffen.
Tijdens de archeologische begeleiding is met name gegraven in een 19e -eeuwse dempingslaagvan de 17e-eeuwse gracht en twee stadslagen die overeen lijken te komen met de 17e-eeuwse verdedigingswal. In werkputten 2 en 3 is mogelijk de middeleeuwse gracht aangesneden. Restanten van de Herepoort en de Oosterpoort zijn niet aangetroffen.
De geringe hoeveelheid vondstmateriaal bestaat een fragment kogelpotaardewerk uit de 12e-14e eeuw, een fragment van een roodbakkende grape met loodglazuur uit de 15e-18e eeuw en 13 fragmenten van de onderkaak en een rib van twee runderen.
De uitgevoerde begeleiding diende om eventueel bij het graafwerk te verstoren archeologische resten te documenteren. Het uitgevoerde onderzoek betreft een opgraving (variant archeologische begeleiding), wat het einde betekent van de AMZ-cyclus (bijlage 2). Derhalve zijn er geen nadere adviezen of waarderingen te geven. Er zijn geen nieuwe archeologische vindplaatsen aangetroffen waar in toekomstig onderzoek rekening mee dient te worden gehouden.
Hoewel uit dit onderzoek is gebleken dat de toplaag van het bodemprofiel dikwijls verstoord was door (sub)recent grondverzet, soms tot een diepte van ca. 1,5 meter, dient bij toekomstige, diepere ingrepen op deze locatie wel degelijk rekening gehouden te worden met mogelijke intacte sporen die verband kunnen houden met de verdedigingswerken van de stad uit de middeleeuwen en de nieuwe tijd.
