Laagland Archeologie heeft in november 2019 een Archeologisch bureauonderzoek
uitgevoerd aan de Legauke te Opeinde. Het onderzoek vond plaats in verband met de
ruimtelijke procedure rondom de geplande aanleg van een zonnepark.
Het bureauonderzoek had tot doel een archeologisch verwachtingsmodel op te stellen.
Centraal staat daarbij de vraag of en zo ja welke archeologische resten (complextype,
datering, diepteligging en gaafheid) in het plangebied kunnen worden verwacht. Hiertoe
zijn landschappelijke, archeologische en historische bronnen geraadpleegd.
Op basis van het bureauonderzoek worden specifiek resten uit de periode Laat-
Paleolithicum – Vroeg-Neolithicum verwacht (hoge verwachting). Daarnaast kunnen
bewoningsresten uit het Midden- en Laat-Neolithicum worden verwacht (middelhoge
verwachting).
De verstoring als gevolg van de aanleg van het zonnepark is zeer gering en op basis
van het uitgevoerde onderzoek dient rekening gehouden te worden met een
bodemprofiel dat voor een groot deel tot in de C-horizont is verstoord. Onder deze
omstandigheden vormt de aanleg van een zonnepark slechts een geringe bedreiging
voor eventueel aanwezige archeologische waarden. Daarbij speelt dat de huidige
gebruiksfunctie (deels bouwland) door regelmatig ploegen een grotere impact heeft op
archeologische resten dan de aanleg van het zonnepark.
Onder voorwaarde dat de zonnepanelen worden gefundeerd op een wijze die niet of
nauwelijks met grondverzet plaatsvindt, adviseren we geen vervolgonderzoek uit te
voeren. De aanleg van kabelsleuven en de ontgravingen met betrekking tot enkele
verdeelstations zien we daarbij als acceptabele (niet-onderzoeksplichtige)
bodemverstoring. Indien het plangebied in de toekomst een andere bestemming krijgt
anders dan de huidige agrarische bestemming of die als zonnepark, kan wel
vervolgonderzoek aan de orde zijn. In het nieuwe bestemmingsplan blijft de
dubbelbestemming Waarde-archeologisch/cultuurhistorisch waardevol gebied 1
gehandhaafd.
De implementatie van dit advies is overgenomen door de bevoegde overheid, de
gemeente Smallingerland. De gemeente wordt hierin vertegenwoordigd door het
steunpunt monumentenzorg Fryslân (mevr. J. van Leeuwen).
Mochten tijdens de werkzaamheden onverhoopt toch archeologische resten worden
aangetroffen, of resten waarvan redelijkerwijze kan worden vermoed dat het om
archeologische resten gaat, dan geldt op grond van de Erfgoedwet (art. 5.4) een
meldingsplicht. Dit kan bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE,
www.cultureelerfgoed).