De gemeente Littenseradiel bereidt de vervanging en uitbreiding van het rioleringssysteem in zeven dorpskernen voor. Arcadis is als raadgevend ingenieur bij dit project betrokken en heeft als een van de deelaspecten van het plan ook aandacht besteed aan de gevolgen voor het archeologisch erfgoed. Na een vergelijking van de plantekeningen met de gegevens uit de Friese Archeologische Monumenten- Kaart Extra (FAMKE) is de aanbeveling gedaan om op twee locaties, te weten Winsum Bruggeburen en Baard centrum, archeologisch onderzoek plaats te laten vinden. De gemeente Littenseradiel heeft op basis van de status volgens het vigerende bestemmingsplan besloten opdracht te verlenen tot het uitvoeren van een waarderend archeologisch booronderzoek op de laatstgenoemde locatie. Deze werkzaamheden zijn uitgevoerd door Archaeological Research & Consultancy (ARC bv), als onderaannemer van Arcadis. Het onderzoek valt binnen de specificaties van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie1 voor een archeologisch inventariserend veldonderzoek (IVO) door middel van boringen. Het veldonderzoek vond plaats op woensdag 27 juli 2004.

Conclusie: Op basis van de resultaten van het archeologische onderzoek kunnen de in het PvE geformuleerde onderzoeksvragen als volgt worden beantwoord. 1 Hoe is de bodemopbouw ter plaatse? Het grootste deel van de aangetroffen pakketten bestaat uit recente ophogingen en verhardingen ten behoeve van de weg. Het funderende zandbed strekt zich uit tot een diepte van plaatselijk meer dan 2 m onder het maaiveld (boringen 3 tot en met 5). 2 Zijn er nog intacte terplagen aanwezig? In boring 2 is een fosfaatrijk ophogingspakket aangetroffen en in boring 5 een humeuze vulling. Deze vulling bleek tijdens de opgraving met beperkingen een afvalkuil te betreffen. Deze is in de oorspronkelijke terp, waarvan op deze lokatie nog ophogingslagen aanwezig zijn, ingegraven. 3 Zijn er aanwijzingen voor de datering en eventueel fasering van de aangetroffen lagen? Er is tijdens de boringen geen archeologisch vondstmateriaal aangetroffen. Op basis van het aardewerk dat tijdens de opgraving met beperkingen is gevonden, kan de aangetroffen kuil in de 18e eeuw worden geplaatst. Het aangetroffen ophogingspakket kan geassocieerd worden met de oorspronkelijke terp. Deze is, getuige de aangetroffen gelaagdheid, in minimaal twee fases opgehoogd. 4 Worden de aanwezige resten bedreigd door de voorgenomen werkzaamheden? De werkzaamheden ten behoeve van de aanleg van een nieuwe riolering hebben op enkele plaatsen geleid tot diepe bodemverstoringen. Daarom is een archeologische opgraving met beperkingen geadviseerd en uitgevoerd.