Becker & Van de Graaf bv heeft een archeologisch bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek (IVO) verkennende fase, door middel van boringen uitgevoerd aan de Hoogewaard 229-233 in Koudekerk aan den Rijn, gemeente Rijnwaarde.
Op basis van de resultaten van het bureauonderzoek is de aanvankelijk hoge archeologische verwachting bijgesteld tot een lage verwachting als gevolg van aanwijzingen voor kleiwinning in het terrein in de 19e eeuw. Hierbij zijn naar verwachting alle eventueel aanwezige archeologische resten verdwenen. De archeologische resten die tot dan mogelijk voorkwamen dateerden hoogstwaarschijnlijk vanaf de 14e eeuw, het moment waarop dat de Hogenwaardse Polder geschikt werd voor bewoning en intensief landgebruik. Oudere en dieper gelegen archeologische resten kwamen en komen naar verwachting in de ondergrond van het plangebied niet voor doordat het plangebied tot in de Vroege Middeleeuwen op een dynamisch en daardoor onbewoonbaar splitsingspunt van twee rivierarmen lag. Zowel de diepe afgraving en de ligging op het splitsingspunt werden bij het veldonderzoek met boringen bevestigd.