Om vast te stellen of archeologische waarden aanwezig zijn binnen het plangebied Middachtenweg 67-245 / Grovestinsstraat 2-36 is door de Afdeling Archeologie van de Gemeente Den Haag een Bureauonderzoek in combinatie met een Inventariserend Veldonderzoek-boringen uitgevoerd.
Bij het bureauonderzoek is vastgesteld dat het gebied voor de pre- en vroeghistorische tijd een archeologische verwachting kent. Voor de laatmiddeleeuwse periode en de nieuwe tijd heeft het gebied géén archeologische verwachting. De bekende geologie, zoals afgebeeld op de geologische kaart laat zien dat binnen het plangebied een duintje aanwezig is. Op dergelijke duintjes is bewoning in de prehistorie en vroege historie mogelijk. In Den Haag en Rijswijk is dergelijke bewoning ook meerdere malen aangetoond. Door de gering aanwezige bebouwing is het zeer waarschijnlijk dat de bodemopbouw slechts in geringe mate verstoord is.
Een beperkende factor voor het archeologisch onderzoek is de sterke verontreiniging op het perceel. Met name de groenstrook gelegen tussen de huisnummers 67 en 173 is sterk verontreinigd met barium, koper en lood. Dit betreft hoofdzakelijk het duin. Om hier archeologisch onderzoek te verrichten zijn aanvullende maatregelen noodzakelijk. De mate van vervuiling is van dien aard dat hier bodemsanering verplicht is. De bodemverstoring die gepaard gaat met deze sanering vernietigd eventuele archeologische resten.
Om de archeologische verwachting te toetsen is een Inventariserend Veldonderzoek boringen uitgevoerd. Dit booronderzoek heeft aangetoond dat in het gebied een duintje aanwezig is, maar dat dit in haar geheel is afgedekt met een laag klei, afkomstig vanuit het Gantel-systeem. Voorafgaand aan de afzetting van deze klei is een deel van het duin geërodeerd. De bodem op het duin, met daarin eventuele archeologische resten is hierbij over een vrij groot oppervlak verdwenen. Op de dieper gelegen flanken van het duin zijn restanten van een bodem bewaard gebleven in de vorm van humeuze inspoeling en restjes doorworteling maar archeologische indicatoren ontbreken.
In het noordelijke deel van het onderzochte gebied zijn verschillende aanwijzingen voor archeologie in de top van de Gantel-klei gevonden. Het gaat hierbij om twee boringen (boringen 4 en 6) met daarin een vlekkerige bodemopbouw die wijzen op (antropogene) sporen. Daarnaast is een fragment aardewerk gevonden, van vermoedelijk Romeinse ouderdom. Het fragment aardewerk is overigens in verstoorde context aangetroffen; het is echter aannemelijk dat deze niet van ver is aangevoerd.
Op grond van bovenstaande wordt geadviseerd om het onderzochte gebied door middel van proefsleuven nader te onderzoeken om de aard van de heterogene bodemopbouw onder de oude bouwvoor vast te stellen en de archeologische waarde te bepalen. Het is bekend dat delen van het plangebied sterk verontreinigd zijn. Bij vervolgonderzoek moet hier rekening mee worden gehouden.
