Bodac projectnummer A0007
In opdracht van de gemeente Sint Anthonis heeft Bodac bv een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd voor het gebied Boortorenstraat, Creijtestraat, ’t Creytje en Gildestraat te Oploo (gemeente Sint Anthonis). Het archeologisch onderzoek is uitgevoerd in het kader van wegwerkzaamheden. De riolering onder de genoemde straten is aan vervanging toe en dient gescheiden te worden. Het oppervlakte van het onderzoeksgebied is 24.630 m2, echter doordat alleen de bodemroering onder straatniveau plaatsvindt is de oppervlakte van het plangebied 7.015 m2. De ontgravingen zullen een diepte van 1,40 tot 2,00 m -maaiveld hebben.
De gemeentelijke archeologische verwachtingskaart geeft drie verschillende waardes binnen het onderzoeksgebied. Het grootste gedeelte (4.091 m2, midden en oosten van het plangebied) heeft een hoge archeologische verwachting. Voor de rest geldt een middelhoge verwachting (2.000 m2, westen van plangebied), met uitzondering van de noordwestelijke hoek. In deze hoek geldt een hoge archeologische waarde door de mogelijke aanwezigheid van de aanwezigheid van resten van een oude brug. Deze 19e-eeuwse brug komt voor het eerst op kaartmateriaal voor van 1899, terwijl het nog niet zichtbaar is op de Minuutplannen van 1811-1832.
Het kaartmateriaal laat ook zien dat het gebied tot en met de jaren ’60 van de vorige eeuw onbebouwd is en in gebruik is als wei- of akkerland. Wel wordt het noorden van het plangebied begrensd door een weg. Deze weg loopt over de volledige noordgrens en stopt bij een brug ter hoogte van de noordwesthoek van het plangebied. Net buiten het plangebied ligt een waterstroompje. In de jaren ’80 en ’90 van de vorige eeuw wordt de rest van de huidige woonwijk aangelegd.
In de omgeving van het plangebied zijn verschillende archeologische onderzoeks- en vondstmeldingen gedaan. De meesten zijn afkomstig uit het Neolithicum en IJzertijd, voor deze periodes geldt dan ook een middelhoge verwachting. Voor de andere periodes (Paleolithicum, Mesolithicum, Romeinse tijd t/m Nieuwe tijd) geldt een lage verwachting. Een uitzondering hierop is de noordwesthoek van het plangebied, waar mogelijk resten van de 19e-eeuwse brug aanwezig zijn.
De aanwezigheid van beekeerdgronden (met een humeuze bovenlaag van 25 tot 40 cm), maakt duidelijk dat eventuele aanwezige archeologische resten verstoord zullen worden bij de voorgenomen werkzaamheden. Echter, onbekend is wat de verstoringen zijn die al zijn aangericht bij eerdere grondroerende werkzaamheden, zoals de aanleg van de aanwezige riolering. Daarom wordt geadviseerd dit bureauonderzoek op te volgen met een booronderzoek om zo de bodemgelaagdheid en intactheid ervan vast te stellen.
