Plangebied Weereys Park in Zundert, gemeente Zundert

In opdracht van Van Omme & De Groot heeft RAAP in februari en juli 2016 een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd in de gemeente Zundert. Het primaire doel van dit onderzoek was het toetsen en aanvullen van de gespecificeerde archeologische verwachting voor het onderzochte gebied, waarbij het in eerste instantie ging om het (al dan niet) vaststellen van de aanwezigheid van vindplaatsen. Voorts diende het onderzoek zich te richten op de aard, omvang, datering, kwaliteit en diepteligging van eventueel aanwezige archeologische grondsporen en resten.

Het plangebied ligt op een dekzandrug langs de Weerijs. In het hoogste, noordwestelijke deel van het gebied was oorspronkelijk sprake van een droge bodem (moderpodzol), waarvan de top in de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd in de akkerlagen werd opgenomen en vervolgens met een akkerdek werd afgedekt. In het lager gelegen zuidoostelijke deel van het plangebied is sprake van een wat nattere bodem (veldpodzol), die vóór de beakkering geheel werd afgedekt, mogelijk om het lagere deel geschikt te maken voor landbouw.

Er zijn tijdens het onderzoek drie vindplaatsen aangetroffen. Vindplaats 1 betreft een kringgreppel, waarbinnen het graf nog niet is aangetroffen. De kringgreppel kan in de periode Midden Bronstijd tot en met Vroege IJzertijd gedateerd worden. Vindplaats 2 bestaat uit nederzettingsresten uit de IJzertijd, mogelijk de Vroege en/of Midden IJzertijd. Verspreid over de rug, zowel op de hoge als de lage delen zijn kuilen, paalkuilen en aardewerkfragmenten aangetroffen die aan deze vindplaats gekoppeld kunnen worden. De meeste sporen bevinden zich in het zuidelijke deel van het plangebied: naar het noorden toe is mogelijk de grens van de nederzetting bereikt. Vindplaats 3 betreft sporen van beakkering uit de Nieuwe tijd. Uit deze periode zijn greppels en verspreide vondsten aangetroffen.

De vindplaatsen 1 en 2 zijn behoudenswaardig, vindplaats 3 is niet behoudenswaardig. Het wordt aanbevolen de behoudenswaardige vindplaatsen in situ te behouden. Als dat niet mogelijk blijkt, kan ervoor gekozen worden de archeologische resten op te graven. De focus dient daarbij te liggen op het zuidelijke deel van het plangebied, waar de meeste sporen zijn aangetroffen. Mocht blijken dat de behoudenswaardige vindplaatsen ook nog in het noordelijke deel door lopen, dan kan er in een tweede fase voor gekozen worden de noordelijke zone ook op te graven.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-2zq-kxvn
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-mt-4bm8
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:79174
Provenance
Creator Ruijters, M.H.P.M.
Publisher RAAP Archeologisch Adviesbureau
Contributor Rondags, E.J.N.; Ellenkamp, G.R.; Stoop, D.; RAAP Archeologisch Adviesbureau
Publication Year 2018
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; License: http://creativecommons.org/licenses/by/4.0; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Dataset
Format application/rtf; image/jpeg; excel xls/dbf, mapinfo tab, accessdatabase mdb
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (4.665 LON, 51.469 LAT)