Ervaringen in de Tweede Wereldoorlog zorgden ervoor dat deze man zich wilde inzetten voor bevrijding waar dan ook. Daarom meldde hij zich aan bij de Binnenlandse Strijdkrachten. Hij werd vaandrig en vertrok in 1946 naar Nederlands Indië. Het was een moeilijke strijd met telkens terugkerende vijandige groepen. Het kampement was primitief. Veel jongens leden aan ziektes als tyfus en malaria. Tijdens patrouilles sneuvelden mannen uit zijn peloton. In 1949 werd hij eerder gerepatrieerd vanwege een studie. Hij denkt dat ze in Indië echt iets hebben kunnen betekenen voor de lokale bevolking.