Op 5 juni 2012 heeft BAAC bv een inventariserend veldonderzoek met behulp van boringen (karterende fase) uitgevoerd in het plangebied Kolkenbosch te Haaften. De aanleiding voor het onderzoek is het plan een biomassa installatie en een bedrijfspand te realiseren.
Uit het reeds eerder uitgevoerde bureauonderzoek en verkennend inventariserend veldonderzoek kon worden vastgesteld dat in het plangebied op de oeverwalafzettingen van de Waal archeologische resten vanaf de laat- Romeinse tijd tot de nieuwe tijd kunnen worden aangetroffen (complextypen: nederzetting, huisplaats, boerderij met erf).
Uit het karterend booronderzoek blijkt dat het plangebied op een oude meanderbocht van de Waal ligt, die actief is geweest vanaf de laat-Romeinse tijd. Vermoedelijk is deze meander gedurende de vroege middeleeuwen afgesneden en als zandrug met overgebleven restgeul in het landschap achtergebleven. Het plangebied kan worden onderverdeeld in drie deelgebieden. Binnen de contouren van de stroomrug ligt deelgebied 1 op een oeverwal op geulafzettingen. Deelgebied 2 ligt op sediment dat afkomstig is van een dijk- of oeverwaldoorbraak en deelgebied 3 ligt op een oeverwal op beddingafzettingen.
Bodemkundig gezien is er sprake van intacte kalkrijke poldervaaggronden op de hogere delen van het plangebied. Ter plekke van deelgebied 2 komen opgehoogde, intacte kalkarme tot kalkloze poldervaaggronden voor. In deelgebied 2 is bovenop de intacte poldervaaggrond sprake van opgebrachte grond met een dikte van circa 30 tot 45 cm dikte.
In de top van de aanwezige dijk- of oeverwaldoorbraakafzettingen zijn vanaf circa 30 cm –mv houtskoolspikkels aangetroffen, die kunnen duiden op de aanwezigheid van mensen. Daarnaast zijn er aan het oppervlak en in de bouwvoor in een zone rondom de boringen 6 en 10 en tussen de deelgebieden 2 en 3 (onbepaald) bouwpuin/baksteen aangetroffen. Mogelijk hebben hier huizen gestaan en kunnen er mogelijk nog funderings- en/of muurresten aanwezig zijn. Ter plekke van de boringen 9 en 15 zijn aan het maaiveld fragmenten aardewerk uit de vroege middeleeuwen tot en met de nieuwe tijd aangetroffen.
Op basis van de aangetroffen archeologische indicatoren die zowel aan het oppervlak als in opgeboord sediment zijn aangetroffen kan de hoge archeologische verwachting voor de deelgebieden 2 en 3 gehandhaafd blijven. Hier worden voornamelijk nederzettingsresten en/of huisplaatsen vanaf de vroege middeleeuwen tot en met de nieuwe tijd verwacht. Ter plekke van het noordelijke deel van deelgebied 1 kan de hoge verwachting op het aantreffen van een huisplaats/boerderij uit de late middeleeuwen tot en met de nieuwe tijd op basis van een concentratie baksteenpuin gehandhaafd blijven. Een eventueel aanwezige huisplaats zal van voor 1830 dateren. De onzekerheid in de begrenzing van een mogelijke site resulteert in een middelhoge verwachting voor het overige deel van deelgebied 1. Archeologische resten worden verwacht vanaf 30 à 45 cm –mv.
BAAC bv adviseert om bodemverstorende activiteiten die dieper reiken dan 30 cm -mv binnen de drie deelgebieden te vermijden. Indien dit niet mogelijk is adviseert BAAC bv een vervolgonderzoek uit te voeren middels een proefsleuvenonderzoek ter kartering en waardering van mogelijke vindplaatsen. Voor het overige deel van het plangebied dat niet is onderzocht dient een archeologische dubbelbestemming opgenomen te worden in het bestemmingsplan; bij eventuele toekomstige bodemverstorende activiteiten op deze locaties is archeologisch vervolgonderzoek noodzakelijk.
