Uit het bureau-onderzoek dat is uitgevoerd door het SCENH is gebleken dat voor de onderzoekslocatie, een deel van het plangebied Boskerpark, een trefkans geldt voor archeologische resten uit de Romeinse Tijd tot de Late Middeleeuwen. Sporen uit de Romeinse Tijd en de Vroege Middeleeuwen zouden verwacht kunnen worden op restanten van het Hollandveen en sporen uit de Late Middeleeuwen op mariene afzettingen uit de 10e–13e eeuw, die vanaf de 13e eeuw zijn ingepolderd. Het verkennend booronderzoek heeft aangetoond dat op de onderzoekslocatie veen van de Formatie van Nieuwkoop ligt, met daarop lagunaire kleien van het Laagpakket van Wormer, Formatie van Naaldwijk. Zowel het veen als de lagunaire kleien zijn deels geerodeerd, waarschijnlijk door inbraken van de zee vanaf de Late Middeleeuwen. Op deze ten dele geerodeerde sedimenten liggen getijdeafzettingen van het Laagpakket van Walcheren. Op deze getijdeafzettingen ligt een pakket zand (40 tot 130 cm) dat waarschijnlijk in recente tijden is opgebracht ter bodemverbetering en dat afkomstig is van afgegraven duintjes. Er zijn geen restanten van het Hollandveen aangetroffen. Hiermee vervalt de kans dat er op de locatie archeologische sporen uit de Romeinse Tijd en Vroege Middeleeuwen aanwezig zijn. De kans op sporen uit de Late Middeleeuwen aan de top van de getijdeafzettingen uit de tijd na de inpoldering in de 13e eeuw is nog steeds aanwezig. Hiervoor zijn echter geen aanwijzingen gevonden. Het is waarschijnlijk dat de polder alleen als landbouwgrond werd gebruikt. Bewoning vond plaats op het hoger gelegen Abbestede en later in de Groote Keeten.
