Tijdens het veldwerk is in een deel van de boringen een grotendeels intact plaggendek aangetroffen. Eventuele vindplaatsen zullen op deze locaties nog relatief goed intact bewaard zijn gebleven. In een groot deel van de boringen is het dekzand echter verspoeld. Dergelijke verspoelde afzettingen zijn kenmerkend voor de lagere delen van het dekzandgebied, waar vaak vochtige omstandigheden ge-heerst hebben, en waren in het verleden weinig geschikt voor bewoning. In het noordelijke deel van het plangebied lijkt het dekzand voor een groot deel onverspoeld, hoewel in het middendeel enkele boringen met verspoeld dekzand zijn aangetroffen. Mogelijk betreft dit een lokale laagte, maar de verschillen in hoogte zijn zeer minimaal.
Op basis van de aanwezigheid van een plaggendek met hieronder grotendeels onverspoeld dekzand, wordt geconcludeerd dat in het noordelijk deel van het plangebied (ten noorden van het huidige erf) nog archeologische resten verwacht kunnen worden. Het vondstniveau zal door verploeging (groten)deels zijn opgenomen in de basis van het plaggendek en de onderliggende ploeglaag. Eventuele sporenniveaus zijn naar verwachting nog wel intact gebleven. Dit niveau wordt op 40 à 80 cm -mv verwacht.
In het zuidelijke deel van het plangebied is alleen in het uiterste zuidoosten een plaggendek aangetroffen. In het overige deel is geen plaggendek aangetroffen. Op basis van het bureauonderzoek werd in het zuidwesten van het plangebied geen plaggendek verwacht. In het overige deel zal het plaggendek, indien ooit aanwezig, verstoord zijn bij de inrichting van het huidige erf. In deze zuidelijke helft van het plangebied is grotendeels sprake van verspoeld dekzand, kenmerkend voor laaggelegen gebieden. Bovendien is de bodem in bijna alle boringen verstoord tot in de C-horizont. Aangezien de boringen verspreid over dit deel van het plangebied gezet zijn, zowel direct naast bebouwing of verharding, als op het achterliggende grasland, lijkt dit een beeld te zijn dat voor de gehele zuidelijke helft opgaat. Op basis van deze gegevens worden in de zuidelijke helft van het plangebied geen archeologische vindplaatsen meer verwacht.
