Samenvatting
Transect heeft in augustus 2014 een archeologisch bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek, verkennende fase (IVO-verkennende fase) uitgevoerd in een plangebied aan de Westelaarsestraat te Wouwse Plantage (gemeente Roosendaal, provincie Noord Brabant). Initiatiefnemer heeft elders een bedrijf waar hij wordt weggekocht. Om zijn bedrijf te kunnen voortzetten heeft hij de locatie Westelaarsestraat 35 en het naastgelegen perceel aangekocht. De bestaande bebouwing aan de Westelaarsestraat 35 zal, gezien de monumentale status, behouden blijven. De nieuwe bebouwing wordt op het naastgelegen perceel opgericht. Het veldonderzoek is voor dit naastgelegen perceel uitgevoerd.
Het plangebied valt binnen bestemmingsplan Buitengebied Wouw. Het plangebied heeft binnen dit bestemmingsplan de enkelbestemming Agrarisch. Op de archeologische beleidskaart is het plangebied gelegen in een zone met een hoge archeologische verwachting. Voor bodemingrepen groter dan 50 m2 en dieper dan 35 cm geldt een archeologische onderzoeksplicht. De voorgenomen ontwikkelingen in het plangebied overschrijden deze waarden en zodoende is het archeologisch vooronderzoek uitgevoerd.
Conclusie
1) Op basis van het bureauonderzoek is vastgesteld dat voor het plangebied een middelhoge tot hoge verwachting geldt voor het aantreffen van archeologische waarden uit de periode van het Neolithicum tot en met de Late Middeleeuwen. Deze verwachting is gebaseerd op de geomorfologische en bodemkundige situatie van het plangebied. Bovendien bestaat de kans op het aantreffen van vondstconcentraties of losse vondsten uit het Paleolithicum en Mesolithicum.
2) Het plangebied ligt op een relatief hooggelegen dekzandrug, met een dalvormige laagte in de nabijheid. Dergelijke landschappelijke (overgangs)zones zijn archeologisch kansrijk, al vanaf de Bronstijd werden dergelijke landschappen uitgekozen als nederzettingsareaal, met in de directe omgeving de grafvelden.
3) In het plangebied is een intact plaggendek aanwezig. De in het plaggendek aangetroffen vondsten wijzen op een bemesting van het terrein vanaf de (late) Middeleeuwen. Hiermee liggen eventuele archeologische resten van vóór de late Middeleeuwen goed beschermd onder dit plaggendek.
4) De vondstmeldingen van vroegmiddeleeuwse en Romeinse munten kunnen wijzen op de aanwezigheid van middeleeuwse en Romeinse nederzettingsresten in het gebied. Deze vondsten zijn dan vanuit een relevant archeologisch niveau opgeploegd en in het akkerdek terecht gekomen.
Concluderend geldt voor het plangebied een hoge verwachting op het aantreffen van archeologische vindplaatsen uit de periode laat-Paleolithicum – Nieuwe Tijd.
