Laagland Archeologie heeft in maart 2018 een Bureauonderzoek en Inventariserend veldonderzoek - verkennende fase uitgevoerd aan de Eibergsestraat te Haaksbergen. Het onderzoek vond plaats in verband met het voornemen op het wegtracé rioolwerkzaamheden uit te voeren. Het bureauonderzoek had tot doel een archeologisch verwachtingsmodel op te stellen. Op basis van het bureauonderzoek worden resten vanaf het Laat-Paleolithicum tot en met de Nieuwe Tijd verwacht. Deze archeologische verwachting is laag voor het deel van het tracé ten westen van de Lansinkstraat en hoog –en middelhoog voor het tracé ten oosten van de Lansinkstraat. Om die reden wordt geadviseerd het tracé te onderzoeken met een verkennend booronderzoek. In historische tijden (vanaf circa 1832) was het overgrote deel van de Eibergsestraat binnen het plangebied al een weg. Het tracé ten oosten van de Lansinkstraat lag binnen een lintbebouwing, terwijl het deel ten westen ten midden van akkers en weiden lag. De Eibergsestraat staat bekend als oude handelsweg. Mogelijk maakte deze al in de Karolingische tijd deel uit van een handelsnetwerk. Mogelijke archeologische resten vanaf de Karolingische tijd kunnen te maken hebben met de infrastructuur van de oude handelsweg of bebouwing aan deze weg. Op basis van het uitgevoerde booronderzoek is de kans klein dat het plangebied archeologische sporen bevat, afgezien van de aangetroffen afzettingen aan de Eibergsestraat tussen de Hibbertsstraat en Molenstraat (boring 6 t/m 8) van een voormalige bedding van de Buurserbeek, die rond 1400 is omgelegd en veenafzettingen uit het beekdal van de Buurserbeek. Het archeologisch belang hiervan is laag. Om deze reden adviseren we geen vervolgonderzoek uit te voeren en het plangebied vrij te geven. De implementatie van dit advies is in handen van de gemeente Haaksbergen, hierin vertegenwoordigd door de archeologisch adviseur van de gemeente, de heer A. Vissinga. Mochten bij graafwerkzaamheden onverhoopt toch archeologische resten worden aangetroffen, dan geldt conform de Erfgoedwet (art. 5.10) een meldingsplicht. Dit kan bij de gemeente of haar regio-archeoloog.