De geïnterviewde is geboren in Indie. Zijn vader zat bij het KNIL en werd van hem gescheiden door de oorlog. De geïnterviewde kwam in een interneringskamp. Uiteindelijk werd het gezin weer herenigd. In 1950 kwam de geïnterviewde in Nederland. Hij moest opkomen voor militaire dienst en koos toen voor de Luchtmacht. Hij volgde een telexistenopleiding. Op de Keerkring vetrok de geïnterviewde naar Nieuw-Guinea. Hij had hier moeite mee omdat hij dan weer geconfronteerd zou worden met Indonesiers. Hij vertelt over de reis. De kazerne van de Luchtmacht was nog in aanbouw waardoor iedereen op het schip moest verblijven. De geïnterviewde vertelt over de situatie op het schip en het slechte eten. Hij hield er gezondheidsklachten aan over. Als codeur had hij het heel druk en weinig tijd voor ontspanning. De geïnterviewde praat over de politieke situatie. Hij betreurt het dat de Papoeas geen autonomie hebben gekregen. Jaren na terugkeer in Nederland is bij de geïnterviewde PTSS geconstateerd.