Laagland Archeologie heeft in oktober 2019 een Inventariserend veldonderzoek - verkennende fase uitgevoerd aan de Hoofdweg te Eelde. Het onderzoek vond plaats in verband met de ruimtelijke procedure rondom de aanleg van een regenwaterriool. In een eerder stadium is een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd. Op basis hiervan worden in het plangebied resten verwacht uit alle archeologische perioden. Dit verwachtingsmodel is getoetst en aangevuld door middel van verkennend booronderzoek. Het verkennende booronderzoek heeft tot doel het verwachtingsmodel te toetsen en zonodig aan te vullen. Hiertoe zijn verspreid over het toegankelijke deel van het plangebied verkennende boringen gezet. In dit stadium is verkennend booronderzoek de meest efficiënte onderzoekswijze om de archeologische potentie van het plangebied in kaart te brengen. Uit het verkennend booronderzoek blijkt dat de bodem tot in de C-horizont is verstoord. De kans dat het gebied nog archeologische resten met een intacte archeologische context bevat wordt daarom laag geacht. Op basis van de resultaten van het veldonderzoek wordt geadviseerd geen archeologisch vervolgonderzoek in het plangebied uit te voeren en het plangebied vrij te geven voor het aspect archeologie. De implementatie van dit advies is overgenomen door de bevoegde overheid, de gemeente Tynaarlo. De gemeente wordt hierin vertegenwoordigd door haar deskundige, M. Huisman. Mochten tijdens de werkzaamheden onverhoopt toch archeologische resten worden aangetroffen, of resten waarvan redelijkerwijze kan worden vermoed dat het om archeologische resten gaat, dan geldt op grond van de Erfgoedwet (art. 5.4) een meldingsplicht. Dit kan bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE, www.cultureelerfgoed).