opgravingscode:DWF
De Provincie Utrecht ontwikkelt de verkeerskruising Doornseweg / Dodeweg West / Laan 1914. Naar verwachting bevinden zich binnen het plangebied archeologische waarden die door de geplande werkzaamheden verstoord of zelfs geheel vernietigd zullen worden. Het gebied ligt tussen de Leusderheide Den Treek en Amersfoort en is onderdeel van een uitgestrekt dekzand en stuwwallengebied. Enkele archeologische onderzoeken hebben aangetoond dat men in dit gebied zowel woonde, alsook de doden begroef. De stuwwallen en dekzandruggen hebben vanaf de Vroege Prehistorie dienst gedaan als kortstondige vestigingsplaats voor jagers en verzamelaars, alsook voor de meer permanente vestiging van boeren in de Late Prehistorie en Middeleeuwen.
Op basis van de archeologische resultaten van het onderzoek zijn drie fasen te onderscheiden in de gebruiksgeschiedenis van de locatie. De eerste fase betreft het gebruik voor begravingen en start met de komst van grafheuvel(s) in de Late Brondstijd / Vroege IJzertijd. Het is nog onduidelijk waar de bijbehorende bewoning plaatsvond, maar deze zal in de nabije omgeving gevonden kunnen worden. De oudste sporen van bewoning dateren uit de periode 500 v. Chr. tot 450 na Chr.; binnen het onderzoeks gebied werden twee houten bouwsels (een boerderij met spieker?) gebouwd. De begravingsfase en de bewoningsfase hoeven elkaar niet in strikte zin op te volgen, er kan enerzijds een periode tussen hebben gezeten, anderzijds kunnen ze overlappen of zelfs geheel gelijktijdig zijn, daar zich buiten de werkputten jongere begravingssporen en oudere bewoningssporen kunnen bevinden. De grondverbeteringssporen uit de Late Middeleeuwen wijzen duidelijk op agrarisch gebruik. Ook hiervoor geldt dat de bijbehorende bewoning (en begravingen) in de omgeving gevonden kunnen worden. Ondanks dat het gehele plangebied is afgetopt (waardoor delen van het bodem - archief zijn verdwenen) zijn verscheidene archeologische resten aangetroffen. De bodem in onderzoeks gebied 1 is minder diep verstoord is dan in onderzoeksgebied 2 het geval is; in werkput 2 zijn geen archeologische resten gevonden. Deze bevonden zich in de werkputten 1 en 3 en betreffen de onderkanten van (diepere) ingravingen van kringgreppels (rond grafheuvels) en paalkuilen uit de Prehistorie en grondverbeterings sporen uit de Middeleeuwen. Het aangetroffen vondstmateriaal betreft uitsluitend aardewerk uit dezelfde periodes. De sporen strekken tot buiten de werkputten, de vindplaats is duidelijk groter dan het onderzochte deel.
