Tijdens het veldonderzoek is deels intacte bodem aangetroffen. In het westen (met uitzondering van de paardenbak) bevindt de natuurlijke ondergrond zich direct onder een homogene humeuze bouw-voor en in het oosten, en in de voormalige paardenbak, bevindt zich onder de bouwvoor een ver-stoorde laag van enkele decimeters. Ter plaatse van de voormalige paardenbak, een verharde zone in het zuidoosten en een zone in het uiterste noordoosten bevindt zich boven deze bouwvoor een vermoedelijk recent opgebracht zandpakket van 30 tot 60 cm. Op basis van het booronderzoek wordt verwacht dat een eventueel vondstniveau (grotendeels) verstoord is. Het sporenniveau is waarschijnlijk nog wel goed bewaard gebleven, getuige de aanwezigheid van een deels intact podzolprofiel in vier van de negen boringen. In de zones waar tot in de C-horizont verstoord zal gaan worden, zal een eventueel sporenniveau daarom verloren gaan.