In opdracht van BRO Amsterdam heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau op 23 en 24 april 2007 een bureauonderzoek en een veldtoets uitgevoerd in verband met de voorgenomen bouwwerkzaamheden in plangebied Kudelstaartseweg 92 te Kudelstaart, gemeente Aalsmeer. Het onderzoek diende te worden uitgevoerd omdat realisatie van de plannen zou kunnen leiden tot aantasting of vernietiging van mogelijk aanwezige archeologische resten. Doel van het bureauonderzoek was het opstellen van een gespecificeerde archeologische verwachting ten aanzien van de aard, de ligging en de gaafheid van archeologische resten in het plangebied. Doel van de veldtoets was het toetsen en aanvullen van het verwachtingsmodel. In het plangebied is tijdens de veldtoets een antropogene ophogingslaag aangetroffen die in de loop van de Late Middeleeuwen en de Nieuwe tijd is ontstaan. Hoewel er geen archeologische indicatoren zijn aangetroffen, op een fragment van een pijpenkop uit de 17e eeuw na, kan de aanwezigheid van resten van ontginningsactiviteiten vanaf de 11e eeuw en resten van bewoning vanaf de 13 eeuw, zoals verwacht op basis van de resultaten van het bureauonderzoek, niet worden uitgesloten. De bodemverstoring die gepaard is gegaan met de aanleg van de huidige gebouwen reikt tot circa 40 cm -Mv (funderingbalken) en plaatselijk tot 12 m -Mv (palen). Het is goed mogelijk dat funderingsresten van de panden zoals afgebeeld op de kadastrale minuut uit 1827 en van oudere bebouwings- en bewoningsresten onder de huidige funderingen en oppervlakteverharding in de bodem bewaard zijn gebleven. Op grond van de resultaten van het bureauonderzoek en de veldtoets wordt aanbevolen om de kwaliteit (gaafheid en conservering), aard, datering, omvang en diepteligging van archeologische resten vast te laten stellen door middel van een proefsleuvenonderzoek . Dit om in een vroeg stadium over voldoende gegevens te kunnen beschikken op grond waarvan het bevoegd gezag (gemeente Aalsmeer) een besluit kan nemen met betrekking tot het al dan niet (geheel) opgraven van de vindplaats. Het met asfalt verharde voorterrein ten oosten van de huidige bebouwing en/of de groene strook langs de zuidelijke grens van het plangebied zou een geschikte locatie voor de aanleg van een proefsleuf kunnen zijn (figuur 2). Daarnaast wordt aanbevolen om de geplande sloop van de funderingen van de bestaande bedrijfspanden onder archeologische begeleiding te laten plaatsvinden. De sloop van de bebouwing boven het maaiveld mag zonder archeologisch toezicht worden uitgevoerd. De archeologische begeleiding dient uitgevoerd te worden conform protocol opgraven (opgraving met beperkingen; Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, versie 3.1). Het doel van de archeologische sloopbegeleiding (opgraving met beperkingen) is dan ook het ex situ veilig stellen (opgraven) van de door de sloopbegeleiding dient een Programma van Eisen (PvE) te worden opgesteld door een senior-archeoloog. Dit PvE moet door het bevoegd gezag (gemeente Aalsmeer) goedgekeurd zijn. Met betrekking tot de bevindingen van onderhavig onderzoek dient contact opgenomen te worden met de gemeente Aalsmeer.