In het plangebied De Rhijenhof, gelegen in de woonwijk Erasmusveld, worden vrijstaande woningen ontwikkeld, waarbij de huidige woningboerderij De Rhijenhof na renovatie wordt behouden.
Het plangebied maakt deel uit van het Masterplangebied Erasmusveld en ligt op de Archeologische
Waarden- en Verwachtingenkaart (AWVK) van Den Haag in een zone waar archeologie
wordt verwacht. De gespecificeerde archeologische verwachting is op basis van een bureauonderzoek
en een inventariserend veldonderzoek–boringen getoetst en bevestigd. Op basis
hiervan is in 2016 een karterend en waarderend veldonderzoek-proefsleuven uitgevoerd waarbij
vastgesteld is dat zich ter hoogte van het zuidelijke deel van het plangebied een behoudenswaardige
archeologische vindplaats uit de late middeleeuwen en de nieuwe tijd bevindt.2
Met het oog op de ontwikkelplannen is besloten om een deel van de vindplaats ex situ te
behouden door middel van een opgraving.Op basis van de geologie is bewoning in het plangebied De Rhijenhof vanaf de prehistorie
mogelijk geweest. Op de aangesneden opduiking in het oude duinzand zijn echter geen
prehistorische bewoningssporen aangetroffen.
De oudste aanwijzingen voor bewoning op de vindplaats De Rhijenhof dateren uit de
Romeinse tijd. Op de Gantelklei is een looplaag en een greppel met vondstmateriaal uit deze
periode aangetroffen. Ook op het naastgelegen perceel ESDO (ESD12p) zijn in 2013 dergelijke
sporen aan het licht gekomen. De bewoning in de Romeinse tijd kan tussen circa 50 en 160 na
Chr. gedateerd worden.
De vroegste aanwijzingen voor bewoning in de late middeleeuwen zijn fragmenten van een
kogelpot en de muizenpotten. De kogelpot fragmenten dateren in de late 13de eeuw maar
werden zonder duidelijke context in de Gantelklei gevonden. Aangezien op de vindplaats De
Rhijenhof geen sporen uit deze periode zijn aangetroffen kan de pot afkomstig zijn van een
nabijgelegen vindplaats, een aanwijzing zijn voor de ontginningen uit de 13de eeuw, of mogelijk
een aanwijzing voor bewoning uit deze periode in of rondom het plangebied De Rhijenhof.
Aanwijzingen voor bewoning uit de late 14de en de 15de eeuw zijn schaars. Tijdens het proefsleuvenonderzoek
(RHY16p) is een taludmuur van kloostermoppen aangetroffen die in deze
periode gedateerd kan worden. Ook de hergebruikte bakstenen voor de fundering die onder
de stalfunderingen aan het licht kwam dateren uit deze periode, maar het spoor zelf is jonger.
Directe aanwijzingen voor bewoning in de late 14de en de 15de eeuw vormen een aantal
zogenaamde muizenpotten die de locatie aangeven waar opslagplaats(en) voor landbouwgoederen
hebben gestaan.
Tijdens de opgraving zijn 19de-eeuwse stalresten onderzocht en gedocumenteerd. Onder
deze 19de-eeuwse resten zijn restanten van een eerdere bouwfase aangetroffen waarvan de
datering tussen 1550 en 1800 moet liggen.
De archeologische resten die zijn aangetroffen passen in het bestaande beeld van de bewoning
in de regio gedurende de nieuwe tijd. De vorm van de boerderij en stal (hallenhuis) is
typerend voor de regio, en vergelijkbare boerderijen zijn hedendaags nog steeds aanwezig of
zijn eerder archeologisch onderzocht in Den Haag.