De aanleiding voor het hier gerapporteerde onderzoek is de aanleg van een bouwput ten behoeve van het nieuw te realiseren kinderdagverblijf. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de gemeente Bunnik. Bij het vooronderzoek is vastgesteld dat er met name een verwachting is op het aantreffen van archeologische resten/een vindplaats uit de middeleeuwen.

Doelstelling Het doel van het inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven is het aanvullen en toetsen van de gespecificeerde verwachting, zoals geformuleerd in het bureau- en booronderzoek. Dit omvat het vaststellen van de aan- of afwezigheid, de aard, het karakter, de omvang, de datering, de gaafheid, de conservering en de inhoudelijke kwaliteit van de archeologische waarden. Het resultaat is een rapport met een waardering en een inhoudelijk (selectie-)advies, aan de hand waarvan een beleidsbeslissing (meestal een selectiebesluit) genomen kan worden.

Gevolgde onderzoeksmethode Het proefsleuvenonderzoek aan de Huib van de Vechtlaan te Bunnik is op 29 november 2011 uitgevoerd, volgens de uitgangspunten en randvoorwaarden zoals vastgelegd in het Programma van Eisen (PvE) dat is opgesteld door mevr. F. Hogenboom. Er is één proefsleuf gegraven waarin één vlak is aangelegd en gedocumenteerd. Vanwege de afwezigheid van sporen is in overleg met drs. P.C. de Boer besloten slechts één van de twee mogelijke sleuven te graven. Vervolgens is op advies van drs. De Boer aan de noordzijde van het plangebied, in plaats van de 2e sleuf een kijkgat gegraven ten behoeve van een profiel (profiel 1.2). De zuidzijde van werkput 1 is in zijn geheel als profiel vastgelegd (profiel 1.1).

Resultaten Tijdens het proefsleuvenonderzoek is gebleken dat binnen het terrein geen sporen van bewoning in het verleden aanwezig zijn. Wel is in het noordoosten van het terrein sprake van antropogene lagen en een oudere akkerlaag die boven de C-horizont ligt. De oorspronkelijke ooivaaggrond, die nog goed waarneembaar was in de proefsleuf, is hier door langdurige landbewerking verdwenen. Het is goed mogelijk dat dit deel van het plangebied onderdeel was van het landbouwareaal rondom de historische kern van Bunnik, die circa 200 meter ten noordoosten van het plangebied ligt. De proefsleuf lijkt in ieder geval buiten deze zone te liggen, waar geen intensieve landbewerking meer heeft plaatsgevonden. Op grond van deze resultaten wordt geen vervolgonderzoek aanbevolen.