Eindrapportage archeologisch vooronderzoek (12544.002) H.W.Iordensweg 17 te Twello

Gespecificeerde archeologische verwachting bureauonderzoek Op basis van het archeologisch bureauonderzoek heeft het plangebied een middelhoge verwachting op het voorkomen van archeologische resten uit alle archeologische perioden vanaf het (Laat-)Paleolithicum. Deze verwachting is vooral gebaseerd op de veronderstelde ligging van het plangebied op een dekzandwelving. Vanaf het Laat-Paleolithicum werden, naast de hogere dekzandruggen en -kop-pen, ook wel de dekzandwelvingen gebruikt als woonplaats, begraaf¬plaats en/of akkerland. De meeste voorkeur zal dus wel zijn uitgegaan naar de hogere dekzandrug¬gen en -koppen als bewoningslocatie, echter ook de dekzandwelvingen waren hiervoor waarschijnlijk ook voldoende geschikt. Vanaf de Vroege-Middeleeuwen (Merovingische tijd) ontstond de Gelderse IJssel en behoorde het omliggende lager gelegen gebied tot zijn overstromingsvlakte. De landbouwgebieden werden vanaf het einde van de Late-Middeleeuwen en de Nieuwe tijd in stand gehouden door het opbrengen van een plaggendek/esdek. Op basis van beschikbaar historisch kaartmateriaal was het plangebied aan het begin van de 19e eeuw al in gebruik als akkerland. Pas in 1982 is het huidige gemeentehuis gebouwd en zijn de omliggende terreindelen heringericht (aanleg van ontsluitingsweg en parkeerterrein, groenstroken en wadi’s). In de directe omgeving van het plangebied zijn diverse archeologische vooronderzoeken uitgevoerd, welke echter tot op heden geen archeologische vindplaatsen hebben opgeleverd. Gelijktijdig met de uitvoering van dit onderzoek is circa 300 meter ten noorden van het plangebied een booronderzoek uitgevoerd, waarbij aardewerkfragmenten uit de Late-Middeleeuwen en uit de Late-Prehistorie zijn aangetroffen, mogelijk duidend op een archeologische vindplaats. Deze locatie ligt wel op de hogere delen van een dekzandrug.

Resultaten inventariserend veldonderzoek Uit de resultaten van het inventariserend veldonderzoek (IVO, verkennende fase) blijkt in zijn algemeenheid dat er binnen het plangebied al vrij diepgaande bodemverstorende ingrepen/vergravingen zijn uitgevoerd, tot een diepte van maximaal 175 cm -mv. Bij slechts een viertal boringen, verspreid over het plangebied, is de oorspronkelijke bodemopbouw nog enigszins/deels intact is, bestaande uit een geroerde/omgewerkt humeuze bodemlaag/plaggendek met hieronder een restant van de van nature gevormde veldpodzolbodem, vanaf de Bhe-horizont dan wel de BC-horizont. Er is echter geen aaneengesloten terreindeel aan te wijzen waar sprake is van een intacte bodemopbouw.

Conclusie Geconcludeerd wordt, op basis van de aangetroffen bodemopbouw, dat de middelhoge verwachting voor het aantreffen van archeologische resten kan worden bijgesteld naar een lage tot geen verwachting. De huidige inrichting van het plangebied heeft ervoor gezorgd dat alleen nog sprake is van terreindelen met een zeer beperkte oppervlakte welke bespaart zijn gebleven van moderne bodemingrepen (vanaf de jaren ’80 van de 20e eeuw). De bouw van het gemeentehuis en de inrichting van de omliggende terreindelen (met daarbinnen de aanleg van wadi’s, rioleringen en waterkolken) heeft ge-resulteerd in het verstoren van het potentiële archeologisch vondst-/sporenniveau binnen het meren-deel van het plangebied. Eventueel aanwezige archeologische resten zullen in zijn algemeenheid dan ook niet meer in situ worden aangetroffen. Er zijn voor de archeologie geen gevolgen vanuit de voorgenomen bodemingrepen.

Advies Op grond van de resultaten van het bureau- en veldonderzoek wordt door Econsultancy de aanbeveling gedaan om binnen het plangebied, ten aanzien van de geplande bodemingrepen, in het kader van de Archeologische Monumentenzorg (AMZ), geen vervolgonderzoek te laten uitvoeren. Binnen het merendeels van het plangebied is sprake van een verstoord bodemprofiel. Hierdoor is het poten-tiële archeologische sporen- en vondstniveau verstoord. Verder zijn er geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van archeologische waarden.

Bovenstaand betreft een advies, opgesteld door Econsultancy. Het advies dient ter goedkeuring voorgelegd te worden aan het bevoegd gezag (gemeente Voorst). Na beoordeling wordt door het bevoegd gezag een besluit genomen.

Er is geprobeerd een zo gefundeerd mogelijk advies te geven op grond van de gebruikte onderzoeksmethode. De aanwezigheid van archeologische sporen of resten in het plangebied kan nooit volledig worden uitgesloten. Econsultancy wil de opdrachtgever er daarom ook op wijzen dat, mochten tijdens de geplande werkzaamheden toch archeologische waarden worden aangetroffen, er conform artikel 5.10 van de Erfgoedwet uit juli 2016 een meldingsplicht geldt bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed ), de gemeente Voorst of de provincie Gelderland.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-zak-4h9u
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-ar-l9lv
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:161638
Provenance
Creator Röring, J.M.A.
Publisher Data Archiving and Networked Services (DANS)
Contributor Röring, J.M.A.; MA J.M.A. Röring (Econsultancy)
Publication Year 2020
Rights info:eu-repo/semantics/restrictedAccess; License: http://dans.knaw.nl/en/about/organisation-and-policy/legal-information/DANSLicence.pdf; http://dans.knaw.nl/en/about/organisation-and-policy/legal-information/DANSLicence.pdf
OpenAccess false
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Text
Format application/pdf
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (6.110 LON, 52.236 LAT); H.W. Iordensweg 17; Voorst; Twello; Gelderland