Eindrapportage archeologisch bureauonderzoek (9448.002) Projectgebied EVZ Drempt te Drempt en Doesburg

Gespecificeerde archeologische verwachting Uit de verzamelde aardwetenschappelijke gegevens blijkt dat het centraal-noordelijke tot noordoostelijke deel van het plangebied binnen het Jonge Dryas Terras/Terras X ligt met ter plaatse van de noordelijke tot noordoostelijke strook van het plangebied een oude rivierbedding die in het Laat-Glaciaal dan wel in het Vroege-Holoceen nog actief water heeft vervoerd. Het westelijke, centraal-zuidelijke en zuidoostelijke deel van het plangebied ligt binnen de begrenzing van de jonge stroom-gordel van de Oude IJssel, zoals deze bestaan heeft tijdens (wellicht al de IJzertijd) de Romeinse tijd, de Middeleeuwen en de Nieuwe tijd, toen deze nog vrij kon meanderen. Hier zullen oudere afzettingen zijn opgeruimd/geërodeerd. Specifiek in het westelijke deel van het plangebied ligt een oude meanderbocht met een in de binnenbocht aanwezige kronkelwaard. Deze meanderbocht betreft een deel van de loop van de Oude IJssel die nog actief water vervoerde voordat kanalisatie plaatsvond. Het westelijke deel van het plangebied wordt dan ook beschouwd als een jong gevormd landschap (Nieuwe tijd). Dit gebied dat gekenmerkt werd door een hoge dynamiek (het zal diverse malen overstroomd zijn geweest, vooral vanaf de perioden van de Romeinse tijd), zal niet zozeer geschikt zijn geweest voor bewoning. De vele overgangszones van hoog naar laag en van droog naar nat met bijbehorende biodiversiteit, zorgt er wel voor dat er sprake is van een verhoogde trefkans voor resten die in verband staan met water-/rivierdalgebonden activiteiten. De natte delen van het landschap hebben in het verleden ook een onmiskenbare aantrekkingskracht gehad op het rituele vlak: de meeste rituele depots en offers kunnen in verband gebracht worden met een watervoerende omgeving. Daarnaast kunnen in natte zones archeologische vondsten en structuren voorkomen die afwijken van de ‘normale’ archeologische resten, zoals:

• sporen van (zeer) tijdelijke verblijfplaatsen of kampementen (met name voor specifieke – activiteiten zoals jacht en visvangst); • sporen die in verband gebracht kunnen worden met het verzamelen van voedsel (vis, wild, gevogelte en planten) met als archeologische neerslag: eendenkooien, visvijvers en jachtattributen (zoals fuiken, strikken, netten, pijlpunten en harpoenen); • stort/afvaldumps; • sporen van transport via de beek: vaartuigen/kano’s kadewerken en beschoeiingen; • agrarische activiteiten: percelering, omheiningen en waterputten.

Zeker de kwelsloot in het centraal-noordoostelijke deel van het plangebied heeft een zeer hoog archeologisch potentieel. Een eerder uitgevoerd archeologisch booronderzoek met een beperkte oppervlaktekartering aangrenzend van de kwelsloot heeft diverse fragmenten aardewerk aangetroffen vanaf de Romeinse tijd tot de Late-Middeleeuwen. Tevens wordt voor een terreindeel vrijwel direct ten noordoosten van het plangebied/de aanwezige kwelsloot (in gebruik zijnde als tuincentrum) ver-wacht dat er sprake is van een grafveld uit de Late-Bronstijd en een nederzetting uit de IJzertijd. De naastgelegen oude rivierbedding/restgeul, heden in gebruik als kwelsloot, kan onder andere gefungeerd kan hebben als dumplocatie voor afval en doet vermoeden dat het gebied al sinds het jaar 1100 voor Chr. intensief in gebruik was. Voor het westelijke deel van het plangebied, zeker ter plaatse van de aanwezige meanderbocht geldt een verhoogde kans op resten van scheepvaart, aangezien deze “natuurlijke” snelweg gebruikt voor transport van goederen over water.

Eventueel aanwezige archeologische resten uit de Steentijd ((Laat-)Paleolithicum - Midden-Neolithicum) worden verwacht in de top van de Jonge Dryas vlechtende rivierterrasafzettingen en de Vroeg-Holocene zandige rivierklei (Wijchen Laag), welke afgedekt zijn door Laat-Holocene overstromingsklei. Ter plaatse van de oude rivierbeddingen worden resten uit deze perioden vooral onderin de restgeulopvullingen verwacht. Resten van Landbouwers (Laat-Neolithicum t/m Romeinse tijd) (Landbouwers) worden in de top van de Vroeg-Holocene zandige rivierklei (Wijchen Laag) dan wel in de afdekkende Laat-Holocene overstromingsklei verwacht. Ter plaatse van de oude rivierbeddingen worden resten uit deze perioden in de restgeulopvullingen verwacht. Voor het westelijke, centraal-zuidelijke en zuidoostelijke deel van het plangebied geldt dat resten en/of sporen uit de perioden vóór de IJzertijd reeds zijn geërodeerd door de jonge stroomgordel van de Oude IJssel. Archeologische resten uit de Middeleeuwen en Nieuwe tijd worden verwacht in de top van de afdekkende laag Laat-Holocene overstromingsklei en ter plaatse van de oude rivierbeddingen in de top van de restgeulopvullingen. Voor het westelijke deel van het plangebied geldt dat specifiek resten van vaar-tuigen op de bodem van de meanderbocht kunnen liggen (waarin nog water staat) dan wel afgedekt zijn met jonge stroomgordelafzettingen in de binnenbocht. Zeker in de nattere zones (zoals ter plaat-se van de opgevulde oude rivierbeddingen en oude meanderbocht) zal sprake zijn van goede conserveringsomstandigheden van organische resten en bot als ander vondstmateriaal.

Conclusie en advies Het bureauonderzoek toont aan dat er zich in het plangebied mogelijk archeologische waarden kunnen bevinden. In het bijzonder de vele overgangszones van hoog naar laag en van droog naar nat met bijbehorende biodiversiteit, zorgt er voor dat er sprake is van een verhoogde trefkans voor resten die in verband staan met water-/rivierdalgebonden activiteiten. Op grond van eerder aangetroffen vondstmateriaal wordt ter plaatse van het noordoostelijke deel van het plangebied, waar een kwel-sloot loopt, archeologische resten verwacht die kunnen dateren uit de perioden Late-Bronstijd t/m Late-Middeleeuwen. Voor het westelijke deel van het plangebied dient rekening te worden gehouden met de aanwezigheid van resten van vaartuigen.

Op grond van de resultaten van het archeologisch bureauonderzoek adviseert Econsultancy om binnen het plangebied een vervolgonderzoek te laten uitvoeren. Vanwege de aard van de bodemingrepen die zullen worden uitgevoerd ten behoeve van de geplande inrichting/natuurontwikkeling, is voor het vervolgonderzoek de meest geschikte onderzoeksmethode een opgraving, variant archeologische begeleiding. Hierbij begeleidt de archeoloog de civieltechnische graafwerkzaamheden (zijnde het uitgegraven van een cunet in het uiterst centraal-zuidelijke deel van het plangebied, het verwijderen van bestaande en aanleg van nieuwe stuwen, het plaatsen van duikers en een waterin-laat/-uitlaat, het plaatsen van een vogeluitkijkhut en een oeverzwaluwwand en het afgraven van de ronding van de binnenbocht van een oude meanderbocht), waarbij archeologische waarden bij het aantreffen direct geborgen worden en daarmee ex-situ worden behouden. Voor dit onderzoek dient een door de bevoegde overheid goedgekeurd Programma van Eisen te zijn opgesteld waarin is vastgelegd waaraan het onderzoek moet voldoen.

Voor de verdere inrichting van overigens het merendeel van het plangebied als rivier- en beekbegeleidend bos, kruiden- en faunarijke graslanden, rietmoeras en ruigtes, wordt geadviseerd ter plaatse geen vervolgonderzoek te laten uitvoeren. Indien er hier in de toekomst toch bodemingrepen worden uitgevoerd die dieper gaan dan 30 cm -mv, geldt ook het advies een vervolgonderzoek te laten uit-voeren.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-x5h-825f
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-3w-btk1
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:161382
Provenance
Creator Broeke, E.M. ten
Publisher Data Archiving and Networked Services (DANS)
Contributor Broeke, E.M. ten; ir. E.M. ten Broeke (Econsultancy)
Publication Year 2020
Rights info:eu-repo/semantics/restrictedAccess; License: http://dans.knaw.nl/en/about/organisation-and-policy/legal-information/DANSLicence.pdf; http://dans.knaw.nl/en/about/organisation-and-policy/legal-information/DANSLicence.pdf
OpenAccess false
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Dataset
Format application/pdf
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (6.162 LON, 52.003 LAT); Netherlands; Projectgebied EVZ Drempt; Bronckhorst en Doesburg; Drempt en Doesburg; Gelderland