Ter plaatse van boringen 21 en 22, bij de Gaarkeukensluis, bleek de laagopeenvolging echter geheel of voor het grootste deel recent geroerd door de vele activiteiten rond het kruispunt. De boringen in de tuinen van de huizen meer in het oosten van het plangebied toonden geen archeologisch interessante lagen onder de door de bouw van de huizen geroerde grondlagen. De meeste boringen in de rest van het tracé tonen een (grotendeels) ongeroerde laagopeenvolging. In de intacte klei- en veenafzettingen zijn echter geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van archeologische vindplaatsen aangetroffen. Bij zes boringen is het pleistocene dekzandniveau aangetroffen. Dit archeologisch relevante niveau was in alle zes boringen intact, maar lag bij vijf van de boringen relatief diep. Ter hoogte van boring 20 is echter binnen de geplande verstoringsdiepte een dekzandopduiking waargenomen inclusief een intacte podzol. Vanwege de hoge ligging van het dekzand op deze locatie en het intacte bodemprofiel, geldt hier een hoge archeologische verwachting voor vindplaatsen uit de steentijd. Het dekzand bevindt zich hier binnen de geplande verstoringsdiepte van 1,5 m -Mv. Om na te gaan of zich archeologische indicatoren op deze dekzandopduiking bevinden, heeft hier een karterend booronderzoek door middel van megaboringen plaatsgevonden. Het karterende booronderzoek heeft geen archeologische indicatoren opgeleverd.