Gemeente Venray, Blitterswijck. Ooijen-Wanssum, deelgebied W6

In opdracht van Mooder Maas heeft BAAC archeologie en bouwhistorie tussen 17 en 21 februari 2020 een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd in deelgebied W6 in de Weerd Wanssum te Blitterswijck, gemeente Venray. Het onderzoek maakt deel uit van een serie archeologische onderzoeken ten behoeve van de gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum. De aanleiding voor het archeologisch onderzoek is de voorgenomen realisatie van een hoogwatergeul langs de Maas.

Deelgebied W6 ligt grotendeels op een terrasrest uit de Late Dryas en wordt aan de noordzijde begrensd door een vroeg-holocene restgeul. Vanuit die restgeul, maar ook vanuit de huidige Maas zijn in de loop der tijd oeverafzettingen over de grindige beddingafzettingen afgezet. De oudste afzettingen op de terrasrest kunnen gerekend worden tot de Laag van Wijchen. Die Laag van Wijchen is tot zeker het begin van de midden-ijzertijd het maaiveld geweest. Na de middenijzertijd werd de Maas bij het deelgebied steeds actiever. In toenemende mate werden oeverafzettingen gevormd op de top van het terras, waardoor het maaiveld circa 1 tot 1,5 m hoger kwam te liggen. Het bovenste deel van de oeverafzettingen, ook wel post-Romeins dek genoemd, is op deze locatie afgezet in de loop van de middeleeuwen.

Tijdens het veldonderzoek zijn twee vindplaatsen aangesneden. Vindplaats 1 bestaat uit een afvalkuil die gedateerd wordt in het begin van de middenijzertijd. Deze bevindt zich langs de zuidelijke rand van de vroeg-holocene geul en is gegraven vanuit de top van de Laag van Wijchen. Het spoor wordt afgedekt door het post-Romeinse dek. Vermoedelijk betreft het hier een geïsoleerd fenomeen, omdat er geen andere sporen in de omgeving zijn gevonden die uit dezelfde periode stammen.

Vindplaats 2 bestaat uit meerdere kuilen, paalsporen (waaronder de plattegrond van een spieker) en een waterkuil. Deze sporen worden eveneens afgedekt door het post-Romeinse dek. De vindplaats bevindt zich op het hoger gelegen terrein ten zuiden van de restgeul. Vermoedelijk betreft het hier de resten van een geïsoleerd erf dat globaal gedateerd kan worden in de vroege middeleeuwen B – late middeleeuwen A. Dergelijke vindplaatsen zijn zeldzaam in het Maasdal.

Op basis van de waardering wordt vindplaats 1 uit het begin van de middenijzertijd niet-behoudenswaardig geacht omdat het hier vermoedelijk een geïsoleerd fenomeen betreft. Vindplaats 2 uit globaal de vroege middeleeuwen B - late middeleeuwen A wordt wel behoudenswaardig geacht. Het advies van BAAC is dan ook om deze vindplaats te beschermen middels behoud in situ en indien dit niet mogelijk is door behoud ex situ door middel van een opgraving. Er wordt geadviseerd om het veldonderzoek gefaseerd uit te voeren.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-xkk-b325
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-nr-s19d
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:186424
Provenance
Creator Tump, M.
Publisher BAAC
Contributor Bloo, S.B.C.; Kubistal, P.; Tebbems, L.A.; BAAC; Mooder Maas
Publication Year 2020
Rights info:eu-repo/semantics/restrictedAccess; License: http://dans.knaw.nl/en/about/organisation-and-policy/legal-information/DANSLicence.pdf; http://dans.knaw.nl/en/about/organisation-and-policy/legal-information/DANSLicence.pdf
OpenAccess false
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Dataset
Format application/pdf; image/jpeg; application/msword; microsoft office access; xls
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (6.114 LON, 51.535 LAT); Netherlands