Bureauonderzoek en Inventariserend veldonderzoek -karterende fase Eilandje Urk te Arnhem, gemeente Arnhem (GD)

Laagland Archeologie heeft in februari 2018 een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd aan het Eilandje Urk te Arnhem. Hiertoe is een bestemmingsplanwijziging vereist. De gemeente Arnhem heeft een eigen archeologiebeleid. Op basis van het bestemmingsplan dient archeologisch onderzoek uitgevoerd te worden om aan te tonen dat eventueel aanwezige archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad door de geplande bouwactiviteiten. Bodemkundig is het plangebied niet gekarteerd. De oorspronkelijke bodem is mogelijk afgedekt door ophoging van het terrein bij de aanleg van de wijk ‘Het Broek’ en is mogelijk vergraven ten behoeve van grondverbetering. In het plangebied hebben de komafzettingen bestaande uit klei op veen met de Pleistocene ondergrond op ca. 2,5 m diepte, een lage archeologische verwachting voor de periode van afzetting vanaf het Late Neolithicum totdat het gebied bedijkt werd rond 1300. Onder de komafzetting heeft het pleistocene landschap vanaf het Laat-Paleolithicum tot het late Neolithicum een onbekende verwachting. Vanaf de Late Middeleeuwen B tot en met de Nieuwe Tijd kunnen archeologische resten en sporen worden aangetroffen van na de bedijking. De Pleistocene afzettingen (dekzandafzettingen en afzettingen van vlechtende rivieren van de Formatie van Kreftenheye) aangetroffen zijn echter op ca. 395 en 365 cm –mv aangetroffen. Vervolgens tot 70 à 190 cm –mv is donkerbruin veen (rietveen op broekveen) aangetroffen dat gegroeid is ongeveer in de periode Laat-Neolithicum tot mogelijk de Romeinse tijd doordat het landschap stroomopwaarts intensiever werd gebruikt waardoor het afzettingsmilieu veranderde. Na de bedijking rond 1300 kon zich een dunne tot dikke A-horizont vormen bestaande uit donker grijsbruin, sterk siltige klei in het plangebied.

Voor een deel is de afdekkende kleilaag (komklei) geheel of gedeeltelijk verdwenen en afgedekt met opgebrachte grond. De onderliggende veenlaag is zover deze is aangetroffen intact. De opgebrachte grond –en puinlagen vormde een niet te verwaarlozen hindernis om de oorspronkelijke ondergrond aan te boren. Door puin uit de boorgatwand zijn twee boringen alsnog gestuit op respectievelijk 160 en 200 cm – mv. Op basis van het uitgevoerde booronderzoek is de kans klein dat het plangebied archeologische sporen bevat, afgezien van wat baksteenresten in de A-horizont en de ondergrond bestaande uit komafzettingen zijn er geen archeologische indicatoren aangetroffen. De baksteen –en puinresten in de opgebrachte grond en puinresten zijn bijmengingen dateren uit een (sub)recente tijd. Hetzelfde geldt waarschijnlijk voor de baksteenresten in de komafzettingen, die daar mogelijk bij het bouwrijp maken in zijn geraakt. Verder is de voorziene aanlegdiepte van de funderingsstroken –of balken kleiner dan 1 m –mv en zal een paalfundering voor een relatief kleine verstoring zorgen van de Pleistocene ondergrond met mogelijk nog vindplaatsen uit het Laat- Paleolithicum-Laat-Neolithicum. Om deze reden adviseren we geen vervolgonderzoek uit te voeren en het plangebied vrij te geven.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-x3m-m75c
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-xa-qbuu
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:78940
Provenance
Creator Raad, J.H.M. de
Publisher Data Archiving and Networked Services (DANS)
Contributor Wijnen, J.J.A.; Laagland Archeologie
Publication Year 2018
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; License: http://creativecommons.org/licenses/by/4.0; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Text
Format application/pdf
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (5.934W, 51.979S, 5.937E, 51.980N); Arnhem; Gemeente Arnhem; Gelderland