In opdracht van de gemeente Sittard-Geleen heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau in 2011 en 2012 een archeologische begeleiding uitgevoerd in verband met de aanleg van een nieuw riool in Munstergeleen. Het doel van de archeologische begeleiding is om vast te stellen of zich binnen de begrenzing van het plangebied behoudenswaardige archeologische sporen en/of resten bevinden. Verder was een belangrijk doel de bodem in kaart te brengen.
Het plangebied ligt in de historische kern van Munstergeleen. Munstergeleen wordt voor het eerst vermeld in een oorkonde uit 1202. Momenteel is het hele plangebied in gebruik als weg. De wegen in het centrum van Munstergeleen staan ook al op historische kaarten uit het begin van de 19e eeuw aangegeven. Eén van de grootste veranderingen die in de 20e eeuw binnen het plangebied heeft plaatsgevonden betreft het omleggen van de Geleenbeek, die in de jaren 30 werd rechtgetrokken en daardoor 100 m naar het noordwesten kwam te liggen.
Tijdens de archeologische begeleiding zijn twee vindplaatsen aangetroffen. De eerste vindplaats ligt in de Lintjesweg en bestaat uit een bakstenen fundering. Waarschijnlijk betreft het de fundering van de oude brug over de Geleenbeek. Deze brug werd in 1843 gebouwd en raakte in de jaren 30 van de 20e eeuw buiten gebruik. De tweede vindplaats ligt in de Peterstraat en bestaat uit de fundering van een gebouw. Mogelijk betreft het een deel van een onderwijzerswoning die hier in 1873 gebouwd werd en in de jaren 50 van de 20e eeuw werd afgebroken voor de verbreding van de Peterstraat.
In totaal werden 13 profielen gedocumenteerd. Geomorfologisch is het plangebied in drie zones op te delen. Profiel 1 en 2 in het noordwesten van het plangebied liggen in het dal van de Geleenbeek. Hier werden tot een diepte van 3 m beekafzettingen aangetroffen. Profiel 3 t/m 7 en 9 in het zuidwesten van het plangebied bestaan vrijwel geheel uit colluvium (verspoelde löss) en liggen in een droogdal. In profiel 8 en 10 t/m 13 in het noordoosten van het plangebied is minder of geen colluvium aanwezig. Het oorspronkelijke bodemprofiel is hier deels geërodeerd waardoor er sprake is van bergbrikgronden. Dit deel van het plangebied ligt op een helling. In het colluvium ter hoogte van de Peterstraat werden vondsten uit het Neolithicum en Volle tot Late Middeleeuwen aangetroffen.
Het verdient de aanbeveling om bij toekomstige bodemingrepen in de buurt van het plangebied voorafgaand aan de werkzaamheden een bureauonderzoek in combinatie met een verkennend booronderzoek uit te laten voeren om grip te krijgen op de bodem in het plangebied. Daarbij is het van belang om tot in de Pleistocene ondergrond te boren om de processen van erosie en sedimentatie die in het Holoceen hebben plaatsgevonden beter te begrijpen en zo de gespecificeerde archeologische verwachting beter te kunnen bijstellen.
