Vanwege de aanwezigheid van keizand en keileem in de ondergrond bevond zich in de zeefresidu’s veel grind. Hiertussen zijn negen vuurstenen artefacten herkend. Alle boringen met vuurstenen artefacten liggen op de rand van de ten westen van het traject gelegen pingoruïne. De meeste artefacten komen uit de naast elkaar gelegen boringen 101 en 438 t/m 440. Ook uit boring 444 komen drie artefacten. De bevindingen wijzen op de aanwezigheid van een vuursteenvindplaats langs de rand van de pingoruïne. Verder naar het noorden heeft het onderzoek geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van een vuursteenvindplaats opgeleverd.