Een proefsleuvenonderzoek in plangebied Grote Boel te Nijmegen-Noord. Project Grb1, Archeologische Berichten Nijmegen - Briefrapport 228

De spaarzaam aangetroffen sporen, voornamelijk slootvullingen, bieden overwegend zicht op de 19e- tot 20e-eeuwse verkavelingsgeschiedenis als onderdeel van het landgoed van de boerderijen De Kleine Boel en de Groote Boel. Het voormalige landgoed Den Boel is even noordoostelijk van de onderzoekslocatie gelegen. Het vondstmateriaal uit de slootvulling kan dan ook in relatie tot het agrarische karakter van De Boel worden gezien. De concentratie aan vondsten in de slootvulling in werkput 6 betreft waarschijnlijk een afvaldump, die gezien de datering van de enkele potten en het glaswerk in de eerste helft van de 20e eeuw geplaatst kan worden. De datering van het vondstmateriaal maakt duidelijk dat de activiteiten zich voornamelijk beperken tot de 19e- en 20e-eeuwse landbouwgeschiedenis. De schaarse strooiing aan ouder materiaal biedt geen aanwijzingen voor een vroeger landgebruik en bewoning binnen het plangebied. Er blijkt verder geen duidelijke fossiele akker- of cultuurlaag aanwezig en tevens kan niet van oudere woonlagen gesproken worden. Slechts enkele aanwijzingen in bodemvorming duiden op enige vorm van stratigrafie. Hierbij is sprake van een licht ontwikkelde vegetatielaag onder een restant van de oudere bouwvoor. De enkele handgevormde aardewerkscherven zijn voornamelijk afkomstig uit de vegetatiehorizont, die op een ijzertijd-datering wijzen, mogelijk vroege ijzertijd. Het gaat hier om een zeer diffuse spreiding, zodat verder niet van een weerslag van een ijzertijdnederzetting in de directe nabijheid van het plangebied gesproken kan worden. Binnen een depressie in de top van restgeulafzettingen aan de zijde van de Griftdijk en binnen een stratigrafisch oudere laag met bodemvorming is wel een kuiltje met enkele houtskoolresten en daarbij oranje verbrande kleispikkels aanwezig, die mogelijk in verband kunnen worden gezien met de bronstijdresten die aangetroffen zijn aan de overzijde van de Griftdijk (vindplaats 27). In grote lijnen stemt de in het veld vastgestelde paleogeografische opbouw van het plangebied overeen met de verwachtingen op basis van de bureaustudie. Met name de zanddieptekaart van Nijmegen-Noord, gebaseerd op een dicht boorpuntengrid uit de periode 1995-2007, blijkt goed overeen te komen met de veldbevindingen. Ook de grens tussen paleolandschappelijke eenheden zoals weergegeven op de geomorfogenetische kaart van de Waalsprong uit 2008 blijkt redelijk te kloppen. Wel is aan de hand van proefsleuf- en boorwaarnemingen meer detail verkregen in de precieze ligging van restgeulen en de einddatering daarvan. Er blijken maar liefst drie restgeulen binnen het betrekkelijk kleine plangebied voor te komen, waarvan de ligging vooraf niet geheel duidelijk was. Twee parallel lopende geulen met een globale noordoost-zuidwest oriëntatie zijn relatief jong en lijken min of meer gelijktijdig actief geweest. De geulen worden over meer dan een kilometer richting het noordoosten van elkaar gescheiden door een hoge grindrijke zandrug. De top hiervan reikt tot ca. 1,0 m -mv. In het plangebied komen beide geulen samen. Een 14C-datering uit de vulling van de zuidelijke van deze geulen wijst op een eerste verlanding rond de 10e eeuw voor Chr. Dit resultaat sluit mooi aan op een eerdere globale datering van de noordelijke geul op basis van archeologische waarnemingen in deze geul ter hoogte van een noordoostelijk aangrenzende onderzoekslocatie (project Db6 op vindplaats 112). De nieuw verworven absolute datering geeft aanleiding om aan het gehele riviersysteem waar beide geulen toe behoren een einddatering toe te kennen tussen 1500 en 1000 voor Chr. In het paleogeografische model van de Waalsprong werd nog uitgegaan van een veel jongere einddatering, in de 2e eeuw voor Chr., waarbij deze geul als de directe voorganger van de huidige Waalloop werd opgevat. Een derde geul lijkt deel uit te maken van het veel oudere kronkelwaardenlandschap aan de noordzijde van het plangebied. Deze geul onderscheidt zich maar matig van de andere geulen. Opvallend is echter wel dat de vulling ervan wordt gekenmerkt door twee vegetatiehorizonten, waarvan in de onderste een archeologisch spoor werd aangetroffen. Een fenomeen dat tijdens eerdere archeologische onderzoeken ook elders op de oude kronkelwaard ten noorden en ten westen van het plangebied werd vastgesteld. Ook afwijkend is hier de diepteligging van de grindrijke afzettingen.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-z6w-hd3z
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-rm-bwmi
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:150548
Provenance
Creator Broeke, P.W. van den; Eimermann, E.; Heunks, E.
Publisher Gemeente Nijmegen
Contributor Gemeente Nijmegen
Publication Year 2019
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; License: http://creativecommons.org/licenses/by/4.0; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Dataset
Format application/pdf; image/jpeg; text/xml; mapinfo / tab; access / mdb
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (5.853 LON, 51.877 LAT); Gelderland; Gemeente Nijmegen; Nijmegen; Grote Boel; 01h (kaartblad)