Laagland Archeologie heeft in januari 2018 een Inventariserend veldonderzoek - verkennende fase uitgevoerd aan de Plattebaan 2 te Schijf. De aanleiding voor het onderzoek vormt sloop van drie stalgebouwen en de bouw van een nieuwe paardenhouderij aan de Plattebaan 2 te Schijf, gemeente Rucphen (NB). Hiervoor wordt een omgevingsvergunning aangevraagd.
In drie van de vijf boringen is er een deels intacte bodemopbouw aangetroffen. Op 20 à 60 cm –mv zijn resten van podzolgronden aangetroffen. In de betreffende boringen zijn de podzolgronden afgetopt tot in de B-horizont. In boring 4 is een dergelijke rest onder een 60 cm dikke laag opgebrachte grond aangetroffen. De zone waarin resten van podzolgronden op 20 à 30 cm –mv zijn aangetroffen bevinden zich voornamelijk in een zone waarin geen al te grote bodemingrepen zullen worden uitgevoerd. Boring 4 met een 60 cm dikke laag opgebrachte grond bevindt zich ter hoogte van de te realiseren stal. Er zijn geen indicaties gevonden dat het plangebied afgedekt was met veen.
Omdat het plangebied tot begin vorige eeuw in gebruik was als heide is de archeologische verwachting voor archeologische resten uit de Nieuwe tijd tot de Late Middeleeuwen laag. Tot in de Late Middeleeuwen/Vroege Nieuwe tijd lag het plangebied aan de rand van een veengebied en was er waarschijnlijk sprake van een van nature nat heidegebied waar de verwachting op archeologische resten vanaf de late prehistorie tot en met de Vroege Middeleeuwen in elk geval laag is. Door het verdwijnen van het veen door de veenexploitaties in de Late Middeleeuwen/Nieuwe tijd is ongetwijfeld de waterhuishouding droger geworden binnen het plangebied. Omdat het plangebied binnen een voormalig nat heidegebied ligt, is de archeologische verwachting volgens de in het bureauonderzoek aangegeven zonering vooral geldig voor de vroege prehistorie. Vindplaatsen uit de vroege prehistorie bestaan doorgaans uit vuursteenconcentraties waarvan het merendeel van de vuurstenen artefacten zich in de oorspronkelijke A- en E-horizont bevinden. Bij een afgetopte podzolbodem, waar een enkel een randje B-horizont van 5 cm of minder is aangetroffen, is te verwachten dat eventuele vindplaatsen verstoord zijn.
Omdat de kans dat er binnen het plangebied archeologische resten met een redelijk intacte archeologische context aanwezig klein zijn binnen de toekomstige verstoringsdiepte, wordt door Laagland Archeologie geadviseerd geen aanvullend archeologisch onderzoek te laten uitvoeren en gelden er ten aanzien van de archeologische waarden in het plangebied geen verdere bezwaren tegen de voorgenomen ontwikkeling. De implementatie van dit advies is in handen van de gemeente Rucphen, hierin vertegenwoordigd door de archeologisch adviseur van de gemeente, regioarcheologen programmabureau RWB.
