In dit rapport zijn de resultaten weergegeven van een opgraving op de locatie Admiraliteitsweg 39 in Enkhuizen. De onderzoeksvragen die voor het onderzoek zijn geformuleerd zijn te vinden in paragraaf 3.1, de methode van het onderzoek is beschreven in paragraaf 3.2. Het onderzoek richtte zich op de sporen van bebouwing en bijbehorende structuren zoals die vanaf circa 1590, toen het terrein bij de stad werd gevoegd, en circa 1800 hebben bestaan. Op de 17de-eeuwse stadsplattegronden zijn meerdere gebouwen te zien die voorafgaand aan de opgraving niet precies waren te lokaliseren. De perceelsindeling zoals die rond 1590 tot stand is gekomen, is namelijk in dit stadsdeel in de 19de eeuw nagenoeg uitgewist. Er kon daardoor niet een zeer gespecificeerde verwachting worden opgesteld. Bij de opgraving zijn binnen de nieuwbouwcontour meerdere kleine werkputten aangelegd. Op basis van de opgravingsresultaten kunnen we vaststellen dat de onderzoekslocatie delen van meerdere percelen omvat. Op het westelijke deel van drie van deze percelen werd rond 1594 een brouwerij gebouwd, bestaande uit drie hoofdgebouwen met daarachter een houten gebouw waarin zich een grote waterput bevond. Ten zuiden van de brouwerij bevond zich een brede sloot die de achtergrens van enkele percelen vormde. Rond 1625 is deze gedempt en werd het terrein opgehoogd. Op de onbebouwde strook grond ten westen van de brouwerij werd haardas en afval gedumpt. Tevens waren meerdere afvalkuilen aanwezig, die deels aan de brouwerij kunnen worden gekoppeld. Rond 1800 werd de brouwerij tot nagenoeg de laatste steen aan toe afgebroken. Dat we met een brouwerij te maken hebben, blijkt niet alleen uit de zeer grote waterput – een typisch fenomeen voor brouwerijen – maar ook uit enkele speciaal voor een ovenrooster gevormde bakstenen. Bovendien is historisch bekend dat ergens in deze omgeving brouwerij In de Hoek heeft gestaan. De brouwerij stond inderdaad op een hoek en heeft tot ver in de 18de eeuw bestaan. De vondsten die op deze locatie zijn gedaan, zijn deels afkomstig van de brouwerij, deels van de belendende percelen en deels mogelijk ook elders uit de stad en hier gestort. Opmerkelijk zijn enkele voorwerpen die aan visserij kunnen worden gerelateerd, zoals een gevlochten vismand, een houten trog en meerdere keurloodjes voor haringnetten. De visserij, die de motor van de Enkhuizer economie vormde, heeft overal in de stad zijn neerslag op het bodemarchief gehad.
