Wonen, werken en winkelen in de Catharinasteeg (12e-20e eeuw)

Tussen 31 augustus en 24 december 2015 en tussen 3 en 10 maart 2016 is door BAAC bv archeologisch onderzoek uitgevoerd in het gebied van het Stadsvernieuwingsplan Aalmarkt en omgeving. De plannen behelsden de realisatie van een nieuwe verbinding tussen de Aalmarkt en de Breestraat in Leiden, en de ontwikkeling van het bouwblok rondom het ‘Gat van Van Nelle’ aan de Aalmarkt, dat grofweg begrensd werd door de Mandenmakerssteeg en de Waalse Kerk. Voor het huisvesten van winkels en woningen rondom de zogeheten ‘Catharinasteeg’ was zowel nieuwbouw voorzien, als incorporatie van bestaande historische bebouwing. Reeds enkele jaren eerder hadden archeologen van de gemeente Leiden op een aangrenzende locatie, de plek van de Aalmarktschool, een omvangrijke opgraving uitgevoerd. De vele goed bewaarde resten die dit onderzoek opleverde, deed vermoeden dat ook het huidige plangebied van hoge archeologische waarde was. De meer dan 1.200 restanten van funderingen, kelders, vloeren, beer- en waterputten, ophogingslagen, kuilen et cetera zijn de overblijfselen van een bewoningsgeschiedenis die teruggaat tot in de 12e eeuw. Het afval van de mensen die hier gewoond hebben, bestaat uit voorwerpen van aardewerk, glas, metaal, leer, hout en steen, maar ook dierlijke en botanische resten die het restant zijn van het voedsel dat de mensen aten en de ambachten die ze bedreven. In totaal zijn bijna 10.000 vondsten verzameld tijdens het veldonderzoek. De beschrijvingen en interpretaties van de sporen en vondsten zijn in deze rapportage opgenomen, waarbij gebruik is gemaakt van de kennis van diverse specialisten. Dit heeft geresulteerd in een beschrijving van de bewoningsgeschiedenis van het onderzoeksgebied, onderverdeeld in zes fasen.

In de eerste fase, die grofweg de 11e tot en met de 12e eeuw beslaat, concentreert de bewoning zich vermoedelijk in een betrekkelijk smalle zone langs de Breestraat. In het onderzoeksgebied zijn geen resten van structuren gevonden, maar wel een klein aantal ophogingslagen en kuilen of greppels, waarin een geringe hoeveelheid materiële overblijfselen aanwezig was. Uit de aard van de spoorvullingen werd duidelijk dat men in deze periode te maken heeft met een buiten zijn oevers tredende rivier – een waarneming die ook al werd gedaan tijdens het onderzoek bij de Aalmarktschool. Deze wateroverlast werd veroorzaakt door het dichtslibben van de Rijnmonding bij Katwijk en het aanbrengen van een dam bij Wijk bij Duurstede in 1122. De bewoners van de Breestraat bestreden dit probleem door niet alleen het maaiveld te verhogen, maar zij breidden ook hun land uit door middel van het aanbrengen van aanplempingen in de Rijnoever. De archeologen van het onderzoek op de locatie van de Aalmarktschool hebben dit proces in kaart gebracht en concludeerden dat de oever zich rond het begin van de 13e eeuw consolideerde.

Het huidige onderzoek heeft aangetoond dat vrijwel direct daarop bewoning verschijnt langs de stegen die zijn ontstaan op de plek van de voormalige perceelsgrenzen (fase 2). De bebouwing langs de latere Zonneveldpoort kon binnen de grenzen van de opgraving het best in beeld worden gebracht. De oudste structuur van de Zonneveldpoort is in de eerste helft van de 13e eeuw gedateerd. De huizen zijn in deze periode overwegend van hout, waarbij het houtskelet hoofdzakelijk op grondbalken gefundeerd is. In een tweetal huizen is een vrijliggende staander aanwezig – ingegraven en/of gefundeerd op een slof, die het huis (deels) een twee- of driebeukige indeling geeft. De wanden zijn bekleed met vlechtwerk of planken en de dakbedekking bestaat vermoedelijk uit organisch materiaal, zoals riet of spanen. De vondst van fragmenten van dakleien in 13e-eeuwse contexten toont aan dat harde dakbedekking al vroeg voorkomt, maar denkelijk was dit voorbehouden aan de voorname woonhuizen langs de Breestraat. De vloeren in het leefgedeelte van de huizen langs de stegen zijn van leem, de veronderstelde werkgedeeltes hebben een planken vloer of zijn bedekt geweest met ander organisch materiaal. In één van de huizen is vermoedelijk een stalgedeelte te herkennen, met een tweetal inpandige mestkuilen. De huizen werden verwarmd door een vrijliggende haard, met een lemen haardvloer en een bakstenen mantel. De mestkuilen wijzen op een semi-agrarische levenswijze, maar de vondst van een grote hoeveelheid leerafval laat zien dat dit gepaard ging met het uitoefenen van ambachten. Samen met het leerafval dat bij het onderzoek bij de Aalmarktschool werd gevonden, ontstaat het beeld van een zone langs de Aalmarkt, waar gedurende een eeuw of langer één of meerdere leerbewerkers gevestigd waren. In een beer- of mestkuil uit deze of volgende bewoningsfase zijn aanwijzingen gevonden voor het brouwen van bier en het bewerken van vlas.

In fase 3, die hoofdzakelijk de 14e eeuw en het begin van de 15e eeuw omvat, is in het gehele onderzoeksgebied een geleidelijke overgang waarneembaar van houtbouw naar een toenemend gebruik van baksteen in de funderingen. Bij enkele huizen is slechts een deel van de gevelfunderingen van steen, wat doet vermoeden dat de constructie bestaat uit een bakstenen voetmuur op een strokenfundering, waar het houtskelet (deels) op rustte. Ook zijn vrijwel alle beerputten die in het onderzoeksgebied zijn aangetroffen in deze periode aangelegd. Het versteningsproces was vermoedelijk in de 15e eeuw grotendeels voltooid, zowel in de stegen als aan de Aalmarkt en de Breestraat. In deze periode zou tevens de basis worden gelegd voor de parcelering die gedurende de hele nieuwe tijd grotendeels in stand zou blijven. Gelijk met het verstenen van de huizen verdwijnen de aanwijzingen voor agrarische gebruiken. De 16e-eeuwse vulling van een kuil op het achterperceel van een pand aan de Mandenmakerssteeg (fase 4) was rijk aan afval van een zogenoemde vellenploter. Dit ambacht, waarbij de laatste resten wol van de schapenhuid worden verwijderd, voorzag in een van de deelprocessen in de textielindustrie, die opbloeide gedurende het economische hoogtepunt van Leiden in de late 16e en de 17e eeuw. De verdeling van het productieproces in een veelvoud aan deelprocessen, was een van de innovaties in de textielindustrie in de late 16e eeuw. Het vondstmateriaal biedt inzicht in de relatie tussen de zojuist genoemde vellenploter en de lakenkoopman Joost van Sonnevelt, die rond 1600 aan de Breestraat woonde. Het laat zien dat de verhoudingen in het productieproces ook aanwijsbaar zijn in de materiële cultuur en de inrichting van de woonomgeving.

Gedurende de economische bloeiperiode namen de bevolkingsaantallen in Leiden zeer sterk toe. In het onderzoeksgebied zijn de gevolgen hiervan herkenbaar aan een herziening van de parcelering. Niet alleen aan de stegen neemt de omvang van de huizen af, maar ook de percelen aan de Aalmarkt en de Breestraat worden opgeknipt. Aan de Zonneveldpoort wordt een aantal huizen ingericht naar voorbeeld van het 17e-eeuwse ‘standaard’ Leidse woonhuis. Dit was op de begane grond ingedeeld in een semi-openbaar vertrek aan de straatzijde, waar in de onderzochte huizen een waterput aanwezig was, en een verwarmd vertrek achterin het huis, waar gekookt werd en waar zich vermoedelijk een groot deel van het gezinsleven afspeelde. Beide vertrekken werden gescheiden door een onderkelderd smal middendeel, waar de bedstee stond. De kelders waren dermate ondiep dat men er niet rechtop in staan kon en dienden voor het opslaan van etenswaren en andere goederen. Achter het huis was een klein onbebouwd plaatsje aanwezig, waar een secreethuisje stond dat uitkwam op een ondergrondse beerput.

Tegen het einde van de 16e eeuw (fase 5) wordt op diverse locaties in Leiden een omvangrijk gotenstelsel aangelegd. In het onderzoeksgebied wordt de ruggengraat van dit stelsel gevormd door de goten die het tracé van de waterstegen volgen, waarvan de meeste in deze periode sterk in belang zijn afgenomen. Onder andere als gevolg van de inbreiding van bebouwing langs de Breestraat en de groei van het naastgelegen gasthuiscomplex in 1570, vormen de stegen niet langer de verbinding tussen Aalmarkt en Breestraat. Het dichtzetten van de stegen aan de Breestraatzijde en het toegenomen dakoppervlak van de zich verdichtende bebouwing, zorgden vermoedelijk voor hemelwateroverlast in de Breestraat. Door het aanleggen van ondergrondse goten werd een nieuwe verbinding gecreëerd tussen deze straat en de lager gelegen Aalmarkt. De welgestelde inwoners van de Breestraat maakten bovendien gebruik van deze infrastructuur voor het lozen van fecaliën. De niet aflatende bevolkingstoename in de 17e eeuw leidde tot overbelasting van de bestaande beerputten, wat in enkele gevallen werd opgelost door het creëren van een overloop waarmee een beerput werd aangesloten op de centrale goot in de steeg. Het aanbrengen van particuliere aansluitingen op het centrale gotenstelsel is een gebruik dat ook na 1800 nog voortduurt (fase 6). Eén van de jongste voorbeelden is een rioolbuis van gres, die het toiletblok in de drukkerij uit 1922 verbindt met de laat 16e-eeuwse goot in de Zonneveldpoort. Ook de hemelwaterafvoer van het pand van Van Nelle is in 1927 aangesloten op deze goot.

De resten van de twee laatstgenoemde gebouwen vormen het voorlopige sluitstuk van de archeologische neerslag van de lange bewoningsgeschiedenis van het onderzoeksgebied. Bijna negen eeuwen lang hebben mensen hier gewoond, hun ambachten bedreven en gehandeld. In 2017 is de nieuwbouw in het onderzoeksgebied voltooid, waarmee wordt voortgebouwd op een lange traditie van wonen, werken en winkelen aan de Catharinasteeg.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-x59-6bje
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-8q-uc0n
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:189522
Provenance
Creator Hoogendijk, T.
Publisher BAAC
Contributor Brandenburgh, C.; Campenhout, E. de; Doeve, P.; Drenth, E.; Hendriksen, M.; Lange, S.; Meer, W. van der; Meijer, Y.; Oldenmenger, G.; Putten, M.J. van; Rijjkelijkhuizen, M.; Tolboom, M.; Willems, J.M.J.; BAAC; MRP Development
Publication Year 2020
Rights info:eu-repo/semantics/restrictedAccess; License: http://dans.knaw.nl/en/about/organisation-and-policy/legal-information/DANSLicence.pdf; http://dans.knaw.nl/en/about/organisation-and-policy/legal-information/DANSLicence.pdf
OpenAccess false
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Dataset
Format application/pdf; application/msword; image/jpeg; image/tiff; xls
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (4.489 LON, 52.159 LAT); Netherlands