BAAC bv (onderzoeks- en adviesbureau voor Bouwhistorie, Archeologie, Architectuur- en Cultuurhistorie) te ’s-Hertogenbosch, heeft op 10 en 11 januari 2013 in opdracht van Plangroep Heggen bv een archeologische begeleiding protocol Opgraven uitgevoerd te Roermond Walbreukergraaf/Egelbroek. Op deze locatie werd de bouwput uitgegraven naar aanleiding van een nieuwbouw.Het plangebied bevond zich langs de Maastrichterweg en Walbreukergraaf, op het einde van de Egelbroek en ten zuiden van de Roerderweg. Het gebied had een oppervlakte van ongeveer 3910 m2, waarvan de bouwput 455 m2 in beslag nam.
De bodemopbouw op de site wijkt enigszins af van de eerdere resultaten verkregen door het booronderzoek. De bodemopbouw bestaat uit twee verschillende akkerlagen, met name de recente bouwvoor en een oudere Ap2. Hieronder bevindt zich een sterk gebioturbeerde A/C-laag waarin sporen moeilijk te herkennen zijn en waarin aanzienlijk wat vondstmateriaal is aangetroffen. Dit vondstmateriaal dateert vanaf de late bronstijd en loopt door tot in de 14e eeuw.
Op basis van het beperkt archeologisch begeleid oppervlak zijn geen uitspraken te doen over het type nederzetting dat is aangetroffen. Waarschijnlijk maken de aangetroffen sporen deel uit van een vroegmiddeleeuwse nederzetting en een nederzetting uit de volle middeleeuwen (afb. 4.04). De aard van deze nederzettingen is onmogelijk af te leiden uit de weinige sporen. Wel kan gesteld worden dat deze vermoedelijk in de sfeer van bewoning is te zoeken. De recentere vergravingen en de waterput horen dan waarschijnlijk bij het perceelsgebruik door de bewoners van de langgevelboerderij of één van haar voorgangers.
Op basis van het vondstmateriaal kan een deel van de sporen een datering toegedicht krijgen. Deze datering levert een terminus post quem voor de sporen. Het prehistorische vondstmateriaal is voornamelijk aangetroffen in het vlak, in de A/C-menglaag die er nog resteerde, zoals uit de natuurlijke sporen S1027 en S1035. De vroeg middeleeuwse vondsten lijken zich voornamelijk te situeren in het noordoostelijk deel van de bouwput, met vondsten uit de sporen S1007, S1018, S1019, S1021 en S1025, een greppel, enkele paalkuilen en een kuil. De overige vroeg middeleeuwse vondsten zijn gehaald uit restanten van de A/C-menglaag die zich nog in het vlak bevond, zoals spoor 1035. De potscherven gedateerd vanaf de 10e eeuw komen dan weer voornamelijk uit sporen in het zuidwestelijk deel van de bouwput, met sporen S1010, S1037 en S1039, een kuil en twee paalkuilen.
