Eindrapportage archeologisch vooronderzoek (9492.001) Elspeterweg 40-44 te Nunspeet

Gespecificeerde archeologische verwachting Op basis van het bureauonderzoek wordt verwacht dat het plangebied binnen een dekzandlandschap zou liggen waar tevens zandverstuivingen hebben plaatsgevonden. Voor het ontstaan van deze zandverstuivingen, waar veelal een menselijke factor ten grondslag ligt, was het plangebied in de Prehistorie waarschijnlijk een aantrekkelijk landbouwgebied en daarbij geschikt als bewoningslocatie. De zandverstuivingen ten zuiden van Nunspeet zijn vanaf rond 1500 ontstaan. Tijdens de actieve verstuivingsperiode zal het plangebied ongeschikt zijn geweest voor bewoning. De beteugeling van deze verstuivingen vonden pas plaats in de 19e eeuw. Het plangebied heeft een hoge verwachting op het voorkomen van archeologische resten uit de perioden Laat-Paleolithicum t/m Middeleeuwen, voordat de zandverstuivingen plaatsvonden. Hierbij dient wel rekening te worden gehouden dat door de zandverstuivingen het oude archeologische loopvlak geheel of grotendeels verdwenen is daar waar uitgestoven vlaktes zijn ontstaan. Het hoogtebeeld laat zien dat het westelijk gelegen terreindeel een ligging heeft binnen een dergelijke vlakte, terwijl het oostelijk gelegen terreindeel op een hoger gelegen stuifduin ligt.

Resultaten inventariserend veldonderzoek De resultaten van het inventariserend veldonderzoek (IVO, verkennende fase direct gecombineerd met de karterende fase) bevestigen de ligging van het westelijk gelegen terreindeel binnen een deflatievlakte. Er komen direct dekzandafzettingen voor en er is geen natuurlijk bodemprofiel aangetroffen, wat aangeeft dat deze waarschijnlijk is verwaait. Verder hebben ook lokale verstoringen plaatsgevonden door de aanleg van een riool en vergravingen ten behoeve van de tuinaanleg. Archeologische indicatoren zijn in het opgeboorde en gezeefde materiaal ook niet aangetroffen.

Het oostelijk gelegen terreindeel ligt op de flank van een stuifduin. De dikte van het pakket stuifzand varieert op basis van de gezette boringen tussen minimaal 190 en maximaal 370 cm en in de top is een micropodzol zichtbaar. Het stuifzand is wat valer van kleur dan het onderliggende dekzand. Onder het stuifzand is nog een restant van een veldpodzolbodem aanwezig, welke zich van nature heeft gevormd in de top van het pakket dekzand. De oorspronkelijke minerale bovenlaag en uitspoelings-horizont (Ah- en E-horizont) waren niet zichtbaar. Het is mogelijk/waarschijnlijk dat deze in de periode voor de zandverstuivingen al is afgegraven, bijvoorbeeld voor het steken van heideplaggen. In het uiterst zuidelijke deel van het oostelijk gelegen terreindeel hebben reeds bodemverstorende ingrepen plaatsgevonden die waarschijnlijk het gevolg zijn van de aanleg/vernieuwingen van de Elspeterweg en de afslag naar de snelweg (Rijksweg A28). Voor het merendeel van het oostelijk gelegen terreindeel geldt dat het niveau met een hoge archeologische verwachting, zijnde de oorspronkelijke top van het pakket dekzand (met daarin een van nature gevormde veldpodzolbodem), nog intact aanwezig is. Echter ook in dit deel van de bodemopbouw zijn in het gezeefde materiaal eveneens geen archeologische resten aangetroffen.   Conclusie Op basis van het ontbreken van archeologisch relevante indicatoren kan worden geconcludeerd dat archeologische waarden niet aanwezig zullen zijn. Er zijn dus geen gevolgen voor de voorgenomen bodemingrepen. De gespecificeerde archeologische verwachting, zoals die is weergegeven tijdens het bureauonderzoek, wordt door het booronderzoek merendeels bevestigd voor wat betreft de landschappelijke ligging/paleogeografische ontwikkeling van het plangebied, echter niet voor wat betreft de hoge verwachting op het aantreffen van archeologische indicatoren daterend uit de perioden Laat-Paleolithicum t/m Middeleeuwen. Deze verwachting voor kan dan ook worden bijgesteld naar geen verwachting.

Advies Op grond van het ontbreken van aanwijzingen voor de aanwezigheid van archeologische waarden, adviseert Econsultancy om, ten aanzien van de geplande bodemingrepen, in het kader van de Archeologische Monumentenzorg (AMZ), geen vervolgonderzoek te laten plaatsvinden. Ter plaatse van het westelijk gelegen terreindeel is het oude archeologische loopvlak geheel verdwenen. Deze is in het oostelijk gelegen terreindeel nog wel deels aanwezig, echter ook hier zijn in géén van de boringen archeologisch relevante indicatoren aangetroffen.

Er is geprobeerd een zo gefundeerd mogelijk advies te geven op grond van de gebruikte onderzoeksmethode. De aanwezigheid van archeologische sporen of resten in het plangebied kan nooit volledig worden uitgesloten. Econsultancy wil de opdrachtgever er daarom ook op wijzen dat, mochten tijdens de geplande werkzaamheden toch archeologische waarden worden aangetroffen, er conform artikel 5.10 van de Erfgoedwet uit juli 2016 een meldingsplicht geldt bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed), de gemeente Nunspeet of de provincie Gelderland.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-zk4-rsc2
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-yu-wqsj
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:181615
Provenance
Creator Broeke, E.M. ten
Publisher Econsultancy
Contributor Broeke, E.M. ten; ir. E.M. ten Broeke (Econsultancy)
Publication Year 2020
Rights info:eu-repo/semantics/restrictedAccess; License: http://dans.knaw.nl/en/about/organisation-and-policy/legal-information/DANSLicence.pdf; http://dans.knaw.nl/en/about/organisation-and-policy/legal-information/DANSLicence.pdf
OpenAccess false
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Text
Format application/pdf
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (5.784 LON, 52.363 LAT); Elspeterweg 40-44; Nunspeet; Gelderland