Zwakke schakel Zuidwest Walcheren (deelgebied Nolleboch / Zwanenburg), gemeente Vlissingen, arch. voorondzk: een aanvullend bureau- en Ivo

In opdracht van de provincie Zeeland heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau in juli 2007 een aanvullend bureau- en verkennend veldonderzoek uitgevoerd in verband met de geplande kustverbeteringswerkzaamheden van het kustvak Nollebosch op Walcheren (gemeente Vlissingen). De voorgenomen ingrepen bestaan uit een land- inwaartse uitbreiding (75 tot 100 m) en verzwaring van de duinenrij door middel van ophoging met zand. Het onderzoek (aanvullend bureau- en een verkennend booronderzoek) diende te worden uitgevoerd omdat realisatie van de plannen zou kunnen leiden tot aantasting of vernietiging van mogelijk aanwezige archeologische resten. Het gaat hierbij om de mogelijk gevolgen van differentiële zetting van het (Holland)veen pakket en effecten die dit heeft op (mogelijke) archeologische resten. Het aanvullend bureauonderzoek had specifiek tot doel om met behulp van de boor- gegevens uit het DINO-loket na te gaan of in de ondergrond (Holland)veen aanwezig is. Hieruit bleek dat in de ondergrond van het plangebied zeer waarschijnlijk veen aanwezig is. Nadere gegevens over de aard van het veen konden niet herleid worden uit de DINO-gegevens. Vervolgens is aan de hand van het aanvullend bureauonder- zoek een verkennend booronderzoek uitgevoerd. Hierbij zijn 19 boringen gezet tot maximaal 60 m -Mv. In slechts 1 geval (boring 12) bleek intact veen aanwezig; in het overgrote deel van de boringen was het veenpakket (geheel of gedeeltelijk) aangetast als gevolg van moernering of natuurlijke erosie. Op basis van de uitkomsten van onderhavig onderzoek lijkt zettingsonderzoek niet nodig. Dergelijk onderzoek is alleen van nut wanneer ook daadwerkelijk archeologische vindplaatsen zijn aangetoond. Daartoe zou eerst een karterend veldonderzoek moeten worden uitgevoerd. Booronderzoek blijkt hiervoor vaak niet de geëigende methode. Door de geringe vondstdichtheid en het ontbreken van (duidelijke) vondst- houdende lagen is de opsporingskans van vindplaatsen op het veen (uit de IJzertijd- Romeinse tijd) met boringen zeer klein (Tol e.a., 2004; 2006). Dit impliceert dat, om betrouwbare uitspraken te kunnen doen over de aanwezigheid van archeologische vindplaatsen op het veen, feitelijk gravend onderzoek nodig is. Dit lijkt gezien de lengte van het plangebied en de effecten op optredende differentiële zetting van deze ingreep op zichzelf weinig zinvol of zelfs geheel zinloos. Overigens kan in kwalitatieve zin worden opgemerkt dat - wanneer intact veen aanwezig is en daarop ook archeologische resten aanwezig zijn - alleen differentiële zettingen (die optreden bij een heterogene bodemopbouw van de ondergrond) een negatief effect hebben op archeologische waarden. Met betrekking tot de bevindingen van onderhavig onderzoek dient contact opge- nomen te worden met de provincie Zeeland (drs. M. Geerts) en de adviseur van het bevoegd gezag (drs. R.M. van Dierendonck).

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-zce-hvr5
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-5l-vayl
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:185388
Provenance
Creator Boer, G.H. de; Briels, I.R.P.M.; Warning, S.
Publisher RAAP Archeologisch Adviesbureau
Contributor RAAP Archeologisch Adviesbureau
Publication Year 2020
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; License: http://creativecommons.org/licenses/by/4.0; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Text
Format application/pdf
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (3.539 LON, 51.457 LAT); Nollebosch; Zeeland; Vlissingen; Vlissingen