In opdracht van de heer R. van Bemmel heeft RAAP in maart 2020 een archeologisch vooronderzoek in de vorm van een bureauonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Parnashofweg 53 (hoofdkavel) te Leidschendam in de gemeente Leidschendam-Voorburg. Het onderzoek vond plaats in het kader van een omgevingsvergunning.
Op basis van de tijdens het bureauonderzoek verzamelde gegevens is een gespecificeerde archeologische verwachting opgesteld. Deze geeft inzicht in de aard en de ouderdom (inclusief omvang en uiterlijke kenmerken), (diepte)ligging, en gaafheid van eventueel aanwezige archeologische resten.
Het plangebied kenmerkt zich door de ligging op de flank van een strandwal. Hierdoor worden archeologische resten vanaf het laat neolithicum verwacht. Vindplaatsen uit het laat neolithicum en de bronstijd kunnen voorkomen in de top van het strandzand of Oud Duinzand. Vindplaatsen uit de late ijzertijd en Romeinse tijd - late middeleeuwen kunnen voorkomen in de top van het veen en/of het Oud Duinzand aan de flank van de strandwal. Daarnaast is in de ondergrond van het plangebied vrijwel zeker het kanaal van Corbulo aanwezig. Op basis van onderzoek op het aangrenzende kavel IV van Parnashofweg 53 is de totale breedte van het kanaal vermoedelijk circa 29 meter. Het kanaal bestaat uit de vaargeul, een dijkvormige kade en een talud, is ingegraven in de strandvlakte en vervolgens afgedekt met veen, stuifzand en antropogene ophogingslagen.
Op basis van het historisch kaartmateriaal blijkt dat er in de nieuwe tijd, voorafgaand aan de huidige woning, bewoning in het plangebied heeft plaatsgevonden, mogelijk vanaf de 17e eeuw. Zodoende worden in het plangebied archeologische resten van een boerderij met erfstructuren verwacht, evenals erfstructuren zoals putten, kuilen e.d. en losse vondsten van gebruiksvoorwerpen uit de periode vanaf de 17e eeuw tot aan de sloop van de (laatste fase van de) boerderij in 1961.
Ten behoeve van de nieuwbouw zijn de volgende bodemingrepen gepland: sloop van de huidige bebouwing inclusief fundering, weer opengraven van een voormalige sloot en nieuwbouw van een woning inclusief een kelder. Hiermee zijn bodemingrepen tot maximaal 3,8 m -Mv (ca. 4 m -NAP) gemoeid.
De geplande bodemingrepen in het plangebied blijven ruimtelijk beperkt tot de nieuwbouw en de sloot. De ondergrond ter plaatse van de aan te leggen sloot is reeds vergraven. Bodemingrepen vinden hier enkel plaats in reeds geroerde grond. De nieuwbouw zal plaatsvinden op vrijwel dezelfde locatie als de bestaande bebouwing, dus deels in geroerde grond. De beoogde bodemingrepen gaan hierbij plaatselijk dieper dan de reeds geroerde grond, met name ter plaatse van de nieuwe kelder. Deze kelder is gesitueerd op de verwachte loop van enkele vullingen van het kanaal van Corbulo. Met de toekomstige inrichting worden resten van het kanaal van Corbulo, mogelijk resten van erfstructuren vanaf de 17e eeuw en de top van het veen met eventuele stuif-/duinzandlagen bedreigd.
Om de gespecificeerde verwachting te toetsen wordt ter plaatse van de beoogde bodemingrepen vervolgonderzoek geadviseerd in de vorm van een karterende fase van een inventariserend veldonderzoek middels een proefsleuvenonderzoek.
