Dit interview bestaat uit twee gesprekken: 1126.1 en 1126.2.
1126.1 De geïnterviewde vertelt over zijn jeugd in Indië. In 1941 werd hij opgeroepen voor militaire dienst. Hij vertelt over het KNIL. De geïnterviewde werd krijgsgevangene gemaakt en vertelt over de verschillende kampen. Hij denkt dat geesteskracht hem overeind heeft gehouden gecombineerd met een goede discipline. Hij vertelt over de aftocht via Nagasaki, en wat hij daar zag. Het Amerikaanse materieel maakte diepe indruk op de mensen uit het kamp. De geïnterviewde gaat in op de rol van de Engelsen. Na herstel volgde de geïnterviewde de officiersopleiding en kwam toen in de eerste politionele actie terecht en werd betrokken bij de tweede.
1126.2 De geïnterviewde vertelt hier meer over zijn opleiding en gaat in op de opmars naar Tjilatjap. In juni 1948 was hij betrokken bij operatie ‘kraai' van de tweede politionele actie.Zijn taak was de troepen te bevoorraden. Het contact met de bevolking was vriendelijk. De tegenstander was slecht uitgerust in verhouding tot het KNIL en de KL.De geïnterviewde ging in 1955 vanuit Nederland naar Nieuw-Guinea. De geïnterviewde ging hier als rijksambtenaar aan de slag. Hij beschrijft hoe de politieke en sociale situatie daar was. Tot slot gaat de geïnterviewde in op de overdracht van en zijn vertrek uit Nieuw-Guinea.
Familie van de geïnterviewde is ook geïnterviewd voor het SMGI-project. Zie interview 1147. (Zie het veld 'relation').
