In het Betuwse gedeelte van de gemeente Nijmegen, waar de Waalsprong wordt gerealiseerd, is uitgebreid archeologisch onderzoek nodig. Dit rapport toont de resultaten van inventariserend veldonderzoek (proefsleuven) op vijf locaties in het plangebied van de toekomstige woonwijk Groot Oosterhout.
De aangetroffen sporen dateren vrijwel uitsluitend uit de late prehistorie. Het meest opmerkelijk zijn tientallen stakenrijen, in een bundel gelegen langs de flank van een laat-pleistoceen terrasrestant, met daarop een al bekende agrarische nederzetting uit het begin van de ijzertijd. Op een andere locatie is een nederzetting uit de late bronstijd aangesneden. Daarmee wordt steeds duidelijker dat de oostelij-ke Betuwe toen een aantrekkelijk woongebied vormde. Dat er ook in eerdere perioden activiteiten zijn geweest, blijkt uit de vondst van versierd aardewerk uit de overgang van laat-neolithicum naar vroege bronstijd. Uit dezelfde periode stamt een vuurstenen pijlspits. Tot de bijzondere vondsten van jonger datum behoort een vroeg-Merovingische ijzeren gesp met zilverinleg.
Ook door de ontdekking van enkele crematiegraven zijn de meeste locaties als behoudenswaardig beoordeeld.