PArK Rivierduingebied Swifterbant, gemeente Dronten.

In opdracht van Provincie Flevoland heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau in december 2007 tot juli 2008 een pilot inventarisatie uitgevoerd in de vorm van een bureauonderzoek naar de stand van kennis over het PArK Rivierduingebied Swifterbant in de gemeente Dronten en Lelystad. Doel van dit onderzoek was allereerst om deze inventarisatie om te zetten in beleid met betrekking tot het terrein en om in samenhang hiermee criteria te formuleren voor het aanwijzen van PArK’en. De stand van kennis over de archeologie in het PArK Rivierduingebied Swifterbant kan als ‘overschat’ worden gekwalificeerd. Hoewel duidelijk is dat het PArK -met name voor sporen van bewoning uit het Mesolithicum/Neolithicumeen in Europese context uniek gebied is, grijpt dit terug op een relatief beperkt aantal onderzoeken die door hun spectaculaire en spraakmakende resultaten in de archeologische wereld en daarbuiten een beeld hebben gecreëerd dat ‘er veel bekend en veel onderzocht is’. De RIJP in de jaren zestig en het BAI in de jaren zeventig van de vorige eeuw, alsmede het GIA in meer recente tijden hebben veel aan het licht gebracht, maar lichten anderszins nog maar een tipje van de sluier op. De stand van kennis mag overschat zijn, het archeologisch potentieel is amper te overschatten. Gebiedspecifiek provinciaal beleid gericht op de ontsluiting en integrale instandhouding van de archeologische waarden zou vanuit verschillende perspectieven vorm gegeven moeten worden: kennisvermeerdering, bescherming en benutting, en wel in die volgorde. Geconstateerd is dat er grote leemten in kennis zijn. Een beter inzicht in het archeologische potentieel is van wezenlijk belang. Door middel van geoarcheologisch onderzoek zou het paleolandschap beter in kaart kunnen worden gebracht en archeologische structuren modelmatig op basis van hun functie geselecteerd kunnen worden. Bescherming kan bereikt worden door het PArK als archeologisch reservaat in te richten. Hoogstwaarschijnlijk is dit maatschappelijk niet haalbaar. Ook het huidige AMZ-beleid (ingrepen vergunningsplichtig stellen!) gaat niet leiden tot gebiedsgerichte bescherming. De over het algemeen hiermee gepaard gaande versnippering van onderzoek is niet wenselijk. Om gezien de praktische situatie tot een optimale gebiedsgerichte bescherming te komen, lijkt echter van alles iets nodig te zijn: delen in beheer nemen en de AMZ-gebonden activiteiten beter sturen. Ontsluiting en benutting van het PArK tenslotte, is inderdaad meer dan ‘een bordje en een boekje’. Gezocht moet worden naar alternatieve concepten die een optimaal en effectief recreatief en educatief gebruik mogelijk maken. Hiertoe zijn in § 8.1 concrete voorstellen gedaan. Welke (delen van de) aandachtgebieden PArK-waardig zijn is afhankelijk van de criteria die hieraan gesteld worden. Voorgestelde criteria zijn het landschapsperspectief, kenmerkendheid, het hoogste informatiepotentieel, kennislacunes, beheerspotentieel en maatschappelijk rendement. Zonder deze criteria in een volgorde te plaatsen kan hierbij benadrukt worden dat de aan te leggen criteria meer dan alleen archeologisch-

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-x4n-zxc9
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-ql-o6e5
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:185740
Provenance
Creator Kraan, C.T.; Schute, I.A.; Tol, A.
Publisher RAAP Archeologisch Adviesbureau
Contributor RAAP Archeologisch Adviesbureau
Publication Year 2020
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; License: http://creativecommons.org/licenses/by/4.0; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Text
Format application/pdf
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (5.590 LON, 52.579 LAT); PARK Rivierduinengebied Swifterbant; Flevoland; Dronten; Swifterbant