Op 1 januari 1961 kwam deze avontuurlijk ingestelde man in dienst bij het Korps Mariniers in Doorn. Na 8 maanden opleiding aan de Militaire Kaderschool kreeg hij als onderofficier een tropenkeuring en werd niet lang daarna naar Nieuw Guinea gestuurd. Hij reisde in burgerkleding en ging officieel voor 12 maanden, maar ze kregen er in januari al meteen twee maanden bij, zonder verdere uitleg. In Manokwari verbleef hij met een peloton infanterie op een boot in de baai. Hier was ook de opleiding voor dienstplichtige mariniers die in Nederland hun eerste vier maanden erop hadden zitten. De eerste periode bestond uit oefeningen en patrouilles in het bos, een staaltje van "showing the flag". De compagnie van deze marinier werd ingezet bij acties in januari 1962 op het eiland Batanta. Hun taak was om infiltranten te onderscheppen en de zaak in de gaten te houden. De sfeer werd gaandeweg grimmiger. Ook raakte deze marinier gewond door een zwaar ongeval aan boord.