Bureau voor Archeologie heeft een bureauonderzoek uitgevoerd voor
herinrichting van percelen aan de Overstek te Kamerik.
Het onderzoek is uitgevoerd in overeenstemming met de richtlijnen van de KNA
(4.0), protocol 4002. In het kader van het onderzoek zijn kaarten, databases en
literatuur geraadpleegd om tot een gespecificeerde archeologische verwachting
van het gebied te komen.
Voorzien is om ter plaatse van het huidige voetbalveld (veld 2) langs de Overstek
een nieuw schoolgebouw met buitenruimte te realiseren. Op termijn worden de
naastliggende sportvelden opnieuw ingericht. Het plangebied heeft een omvang
van 45.080 m2
. Voor het ontwerp van de fundering van het schoolgebouw
bestaan enkele alternatieven waarbij mogelijk diep ontgraven wordt inzake
grondverbetering, of waarbij funderingspalen worden gebruikt. Over de omvang
van de ingrepen bij de herindeling van de sportvelden is nog weinig bekend.
Het plangebied ligt in de ArcheoRegio “het Hollands veengebied”. De top van de
Pleistocene afzettingen ligt op ongeveer -8 m NAP. Deze afzettingen bestaan uit
dekzand (Formatie van Boxtel). Op de dekzanden ligt een dik pakket veen
(Formatie van Nieuwkoop; Hollandveen Laagpakket).
Het veen is in de Late Middeleeuwen ontgonnen vanaf de Kamerikse Wetering.
De ontginningsas ligt naast het plangebied. In het plangebied worden daarom
geen resten van ontginningsboerderijen en erven verwacht. Wel kunnen aan het
(oorspronkelijke) oppervlak off-site resten gerelateerd aan het ontginningslint
aanwezig zijn (tonnen, palen, dierbegravingen). In het plangebied is de
verwachte sporendichtheid hiervan laag. Daarnaast kunnen in de top van het
dekzand op ongeveer -8 m NAP archeologische resten uit het Paleolithicum en
Mesolithicum aanwezig zijn.
Aanbevolen wordt om de uitvoerder van civiele grondwerkzaamheden er op te
wijzen dat bij graafwerkzaamheden genoemde off-site resten kunnen worden
aangetroffen en dat eventuele vondsten moeten worden gemeld (zie onder).
Aanbevolen wordt daarnaast om graafwerkzaamheden tot in het archeologisch
niveau te vermijden en om het funderingspalenplan zo te ontwerpen dat de
zekere verstoring van de palen minder dan 5% van het bebouwde oppervlak
bedraagt. Indien dit niet mogelijk is, wordt aanbevolen nader onderzoek te doen
naar de aan- of afwezigheid van eventuele archeologische resten door middel
van een booronderzoek.
Dit onderzoek is met grote zorgvuldigheid uitgevoerd. Het is echter nooit uit te
sluiten dat toch archeologische resten worden aangetroffen bij de
graafwerkzaamheden. Eventuele archeologische resten is men verplicht te
melden bij de Minister van OCW in overeenstemming met de Erfgoedwet uit
2016. In dit geval wordt aangeraden om contact op te nemen met de gemeente
Woerden