De geïnterviewde kwam op voor militaire dienst in 1961 in Doorn. Hij kwam bij het Korps Mariniers. Hij werd uitgezonden naar Curaçao. Hier volgde hij het vervolg van de infanterieopleiding. In 1962 moest zijn eenheid naar Nieuw-Guinea vertrekken. De geïnterviewde kwam aan in Biak en vertrok later naar Manokwari. De geïnterviewde vertelt over wachtlopen en over patrouilles in het oerwoud. Hij vertelt over de werkzaamheden in Kaimana. Tijdens de patrouilles gingen Papoeas mee als gidsen. Hij vertelt over de contacten met de verschillende legereenheden en de rivaliteit die hiertussen ontstond. In 1962 keerde de geïnterviewde terug naar Nederland. Hij gaat in op de politieke situatie van de Papoeas. In 1975 werd de geïnterviewde voorgesteld legerpredikant te worden. Hij vertelt over de procedure tot aanstelling, de verdere opleiding en hoe hij naar Libanon vertrok. Hij beschrijft de situatie in Libanon, spreekt over de diverse partijen in het conflict en zijn rol als geestelijk verzorger. De geïnterviewde uit zijn kritiek op het Fiji VN-Bataljon en het VN-Mandaat.

Met de geïnterviewde zijn twee of meer interviews gehouden. Zie relations.