In het grootste deel van het zuidoostelijke deelgebied is zowel tijdens het verkennende
als het aanvullende karterende booronderzoek intact dekzand aangetroffen. In het dekzand heeft zich
hier een podzolbodem gevormd. Beide onderzoeken hebben echter geen archeologische indicatoren
opgeleverd.
In een deel van het meest zuidwestelijk gelegen deelgebied is de top van het dekzand (nagenoeg)
intact. Hier heeft zich door de lagere en natte ligging echter geen podzolbodem gevormd. Ook onder
het stuifzand en veen in de noordwestelijke deelgebieden is het dekzand intact. Mogelijk heeft zich hier
wel een podzolbodem in het dekzand gevormd. In de overige deelgebieden is de top van het dekzand
niet meer intact aanwezig en is het dekzand verstoord tot in de C-horizont.
Op de rand van de laagte in het meest zuidwestelijke deelgebied is veen aangetroffen. Dit veen maakt
deel uit van de organische vulling van de laagte. Verder is alleen in de noordwestelijke deelgebieden is
onder een pakket stuifzand nog sprake van een veenrestant. In de rest van het plangebied is het veen
afgegraven.