Sint Jansteen Badhuisweg 260a (plangebied Brede School) Sint Jansteen Badhuisweg 260a (plangebied Brede School), Gemeente Hulst. Opgraving - variant Archeologische Begeleiding

In april 2017 werd een Opgraving, variant Archeologische Begeleiding uitgevoerd binnen het plangebied Brede School aan de Badhuisweg 260a te Sint Jansteen, gemeente Hulst. Het aannemingsbedrijf had het voornemen om ter plaatse van de huidige voetbalvelden een school te realiseren. Ten behoeve van de aanleg van de gebouwen werd het maaiveld opgehoogd met 40 centimeter. De ontgravingen voor de funderingssleuven reikten maximaal tot 80 centimeter onder het toekomstige maaiveld. Aangezien hier, conform bestemmingsplan, een vrijstelling gold tot 0,40 meter beneden maaiveld, was dit deel dus vrijgesteld van onderzoek. Enkel de aanleg van de nieuwe riolering in de nieuwe buitenruimte kwam in aanmerking voor nader onderzoek. Hier is een nieuw riool aangelegd over een lengte van circa 150 meter en 2 meter breed. De maximale ontgravingsdiepte bedroeg hier 1,50 meter beneden maaiveld.

In het kader van de werkzaamheden werd in 2016 een archeologisch bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek door middel van boringen uitgevoerd door Buro de Brug. Volgens dit onderzoek bestond er een hoge archeologische verwachting voor het dekzandniveau. Het onderzoeksgebied bevindt zich immers op de flank van een grote dekzandrug waarin in een oudere paleosol resten verwacht werden vanaf het Laat-Paleolithicum tot de Bronstijd. In het plangebied werd de hoge verwachting voor resten uit de late Middeleeuwen en Nieuwe tijd bijgesteld naar laag, vanwege het ontbreken van bebouwing op oude kaarten (Nieuwe Tijd) en een cultuurlaag in de boringen. Op basis van de resultaten van de archeologische onderzoeken konden eventuele aanwezige archeologische waarden worden verstoord of vernietigd. Om deze reden heeft de bevoegde overheid besloten dat een vervolgonderzoek in de vorm van een Opgraving Landbodems – variant Archeologische Begeleiding (protocol 4004) diende te worden uitgevoerd bij de aanleg van de nieuwe riolering in de aan te leggen buitenruimte.

Tijdens de archeologische begeleiding werd er één werkput aangelegd. In deze werkput werden twee vlakken aangelegd, respectievelijk vlak 1 op een diepte van ca. 1,30m+NAP (ca. 0,40 meter beneden maaiveld), onder de bouwvoor, in de top van het dekzand (S35) en vlak 2 op een diepte van ca. 0,35m+NAP (ca. 1,20 meter beneden maaiveld), in (de top van) de Allerød-laag en tevens op de onderkant van de civieltechnische werkzaamheden.

In vlak 1 werden één greppel (S20) en twee sloten (S13 en S18) aangetroffen daterend uit de Nieuwe tijd C. De twee noordoost-zuidwest georiënteerde sloten waren bovenaan respectievelijk 3,8 en 2,9 meter breed, komvormig en ca. 60 centimeter diep. Het greppeltje was ca. 40 centimeter breed en ca. 25 centimeter diep. Daarnaast werd een groot aantal kuilen van natuurlijke oorsprong (S1 tem 12, 14 tem 17, 19 en 21 tem 34) (restanten van boomwortels en struiken) aangetroffen. In vlak 2 werden naast de Allerød-laag zelf die plaatselijk sterk humeus was (S29), geen archeologische sporen aangetroffen. De aangetroffen sporen zijn volledig afgewerkt en niet in situ bewaard.

De onderzoeksresultaten tonen aan dat het verwachtingsmodel gehandhaafd kan blijven. De (flank van) een dekzandrug is steeds een zeer geschikte bewoningsplaats geweest voor de mens. De mogelijkheid tot het aantreffen van sporen uit deze periode is vooral afhankelijk van de intactheid van het bodemprofiel. Ondanks de afwezigheid van sporen en vondsten uit het Laat-Paleolithicum, Mesolithicum en Neolithicum tot de Bronstijd binnen het onderzochte deel van het volledige plangebied, kan niet worden uitgesloten dat binnen het plangebied noch sporen en vondsten aanwezig zijn uit deze perioden In een groot deel van het plangebied werd tijdens het vooronderzoek een oude paleosol aangetroffen op een diepte van ca. 0,35m+NAP (ca. 1,20 meter beneden maaiveld). De hoge verwachting voor sporen uit het Laat-Paleolithicum blijft hier dus behouden. Ook de hoge verwachting voor sporen uit het Mesolithicum tot de Bronstijd blijft behouden. Vuursteenconcentraties zullen hoogstwaarschijnlijk niet worden aangetroffen in situ, gezien de oorspronkelijke bodem is verstoord waarbij de oorspronkelijke A-horizont is opgenomen in de huidige bouwvoor. In de bouwvoor zelf kunnen wel nog vuursteen vondsten worden aangetroffen. Echter dieper liggende sporen, zoals bijvoorbeeld haardkuilen, kunnen wel nog in situ worden aangetroffen in de top van het dekzand. De lage verwachting voor de late Middeleeuwen en Nieuwe tijd blijft behouden wegens het ontbreken van sporen uit deze periodes. Uit de Nieuwste Tijd dateren enkele sloten en greppels.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-z55-yfxf
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-0k-9kru
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:195516
Provenance
Creator Depuydt, S.
Publisher Artefact! Advies en Onderzoek in Erfgoed
Contributor Zeeland; Artefact! Advies en Onderzoek in Erfgoed
Publication Year 2021
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; DANS License; https://dans.knaw.nl/en/about/organisation-and-policy/legal-information/DANSLicence.pdf
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Dataset
Format dbf; jpg; cpg; shx; sbx; shp; pdf; prj; sbn
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (4.045 LON, 51.260 LAT); Zeeland; Hulst; Sint Jansteen; Badhuisweg 260a; 55A (kaartblad)